Judy Baauw tweede plaats op WK

ZOELMOND • Aan de Olympische Spelen - uitgeschakeld in de have finale - hield de Zoelmondse topper op de BMX een katterig gevoel over. Haar tweede plaats op het Wereldkampioenschap op Papendal maakte veel goed.

“Ik ben heel blij met deze zilveren medaille”, vertelt Judy. Deze tweede plek is voor Judy minstens zo speciaal als haar deelname aan de Olympische Spelen in Japan. “Een WK in eigen land is net zo mooi, vind ik. Die tweede plaats maakte veel goed voor me. Het was een kans om te laten zien wat ik kan en wat ik waard ben. Ik ben ontzettend tevreden met deze prestatie.”

Haar tevredenheid is voor de zevenentwintigjarige topsporter echter geen reden om minder kritisch op zichzelf te zijn. “In de halve finale had ik wat moeite met de timing aan de start,” vertelt ze. “In de finale was ik gelukkig heel goed weg. Ik was als eerste beneden, maar op de eerste heuvel maakte ik een foutje. Daardoor verloor ik wat snelheid. Daarom kon de latere winnares voorlangs kruisen. Dat was zeker jammer. Toen ik over de finish kwam was ik even ietsje teleurgesteld. In mezelf. Als ik een foutloos rondje had gereden had die gouden plak erin gezeten.”

Voor Judy is meedoen aan een WK op Papendal extra speciaal. “Al mijn familie, kennissen, bekenden en sponsors zijn dan aanwezig. Dat geeft me altijd een goeie drive.”

Paplepel

Judy heeft het fietscrossen - ‘t BMX’en - met de paplepel ingegoten gekregen. Haar broer, vader en moeder waren altijd druk in de weer bij Fiets Cross Vereniging Geldermalsen. Judy ging mee, trainde hard en reed prima wedstrijden. Nadat ze in 2015 afstudeerde als fysiotherapeute is de topsportster een jaartje ‘vol voor de BMX’ gegaan. “Dit zorgde ervoor dat ik in 2016 bijna op de Olympische Spelen stond. Dat smaakte toen dus naar meer.”

Trainingen

In haar jeugd en jonge jaren deed de Zoelmondse haar sprinttrainingen ‘tegen de dijk’. “Ik was vaak te vinden op de Schaardijkseweg in mijn woonplaats en bij de Prinses Marijkesluizen in Ravenswaaij. Die weg is lekker steil. En natuurlijk deed ik veel van mijn duurtrainingen op de racefiets over de dijken in het Rivierengebied.” 

Judy traint in van maandag tot en met zaterdag. Zondag rustdag. Van die zes dagen dat ze traint zijn er vier dagen bij met twee trainingen per dag. “Dat komt neer op vijftien á twintig uur fysieke training per week. Daar komt nog de mentale training bij. Dat doe ik bij Toon Damen in Arnhem. Dit is in het BMX’en heel belangrijk. Het is een lastige sport om mentaal fit te zijn en te blijven.” 

De topsportster geniet ook van de voorzieningen die ze als lid van het Olympisch Team heeft. “Ik verblijf geregeld op Papendal, het nationale sportcentrum. Daar heb ik een kamertje en zit ik met veel teamgenoten in een huis. Hier kan ik me helemaal richten op mijn sport. Het geeft rust, focus en daarmee een veel beter herstel na de trainingen.” 

Met haar tweede plaats heeft ze zich ook meteen gekwalificeerd voor het WQK in Frankrijk in 2022. “Dat is een fijn gevoel. Daar ga ik lekker mee de winter in.”

Starttechniek 

In de winter heeft ze de tijd om haar starttechniek aan te scherpen. “Voor ons heeft Samsung een speciaal frame met sensoren ontwikkeld. Die zijn aangesloten op een app. Het is zo mogelijk om hiermee je reactietijd, hoe hoog je je stuurt optrekt en je kracht te meten. Met die combinatie van factoren sleutelen we aan nog betere prestaties. In mijn geval is het uiteindelijk toch meer de techniek dan de kracht die de doorslag geeft.”

BMX

BMX of fietscross is een extreme sport. Het is een olympische sport sinds de Spelen van Peking in 2008. BMX staat voor Bicycle Motocross, de X staat voor cross. De sport ontstond aan de westkust van de Verenigde Staten eind jaren zestig. Het ontstond uit de motorcross. Daarbij rede de deelnemers met een motorfiets over zanderige en heuvelige terreinen.

Arno voor de Poorte