Robert van Dalen: 'Op zondag geen Elfstedentocht'

GIESSEN • "Schaatsen is mijn grote passie", zegt marathonschaatser en laatbloeier Robert van Dalen. Pas op zijn 24e brak de Giessenaar echt door. "

"Ik had eerder nooit de ambitie heel hoog te schaatsen. Toen ik echter Jochem en Nick Uithoven plus Pieter-Jan van Eck (allen inmiddels gestopt, red.) zo lekker op niveau mee zag doen, dacht ik: dat moet ik ook kunnen." Inmiddels schaatst Van Dalen (29) alweer vijf jaar op het allerhoogste niveau bij de marathonschaatsers. Dit seizoen strijdt hij in de topdivisie in de kleuren van De Haan Westerhoff. Bij zijn nieuwe broodheer heeft hij zich in de grote natuurijswedstrijden wel te schikken in een knechtenrol. Knechten voor de kopmannen Jouke Hoogeveen en Erwin Mesu. "Dat wist ik toen ik voor de ploeg tekende", vertelt de kwaliteitsmanager in de voedselindustrie in de lunchroom van Hotel Kolbitsch met uitzicht op de Weissensee.

Ander kaliber
"Die andere jongens in onze ploeg zijn op natuurijs van een ander kaliber zijn. Ik train zelf ook niet specifiek voor een 200 km wedstrijd. Als ik dan zoals vandaag (woensdag 27 januari red.) hier toch op de Alternatieve Elfstedentocht negentiende word in een grote groep ben ik daar toch best tevreden over."

Uit zijn rol als knecht haalt Van Dalen veel voldoening. Zoals tijdens het ONK op de Weissensee van vorige week zaterdag. Van Dalen moest zich tweemaal uit de naad schaatsen om Jouke Hoogeveen terug aan het front te brengen.

"Jouke heeft zelfs een stop bij de verzorging gemaakt om de veer van zijn schaats te laten repareren. En als er dan op het einde toch nog goed wordt gepresteerd door je kopman, geeft je dat toch voldoening."

Van Dalen kan leven met zijn nieuwe rol. "Iets anders doen is ook leuk, maar op kunstijs mag ik ook voor mijn eigen kansen gaan als die zich voordoen." Van Dalen is principieel. De hervormd opgevoede schaatser rijdt op zondag geen wedstrijd. "Ik geloof in God. Het is mijn principe om op zondag geen wedstrijden te rijden. Mijn ploeg respecteert het. We hebben er ook afspraken over gemaakt." Natuurlijk krijgt hij er vragen over. "'Je gaat wel wandelen maar niet een marathon rijden', wordt er dan gezegd. Ik word ook wel gemasseerd op zondag. Ik heb een lijn getrokken. Ik zie het sporten op zondag als een stukje arbeid en wandelen niet."

Stel dat de echte Elfstedentocht op zondag wordt gehouden. Misschien kom hij maar één keer in een carrière. Wat dan? "Dan zal ik niet rijden. Anders kan ik nu ook net zo goed op zondag een marathon rijden. Je kunt geen uitzondering maken op een principe." Van Dalen geniet dagelijks van zijn sport. Om op het hoogste niveau door te kunnen blijven, moet hij er veel voor laten.

Topdivisie
"Ik bekijk het zo: er is een aantal topteams waar ik nooit terecht zal komen. Dus moet ik mijn vizier op de teams eronder houden. Als ik slecht rijd dan is het afgelopen. Dan pakken ze iemand anders. Zo lang ik in de topdivisie kan blijven rijden ga ik door. Als ik geen ploeg meer heb dan stop ik er mee. Ik ga me niet weer via de beloftencompetitie proberen waar te maken."