Schep zegeviert in Giessenburg

GIESSENBURG • Baanwielrenner Peter Schep was in de 39ste editie van de ronde van Giessenburg veruit de beste renner. Niet geselecteerd voor zijn vijfde deelname aan de Olympische Spelen was de geboren Lopiker de meer dan verdiende winnaar in het herfstachtige Giessenburg. Na het startschot van scheidend wethouder Wout de Jong ging het spel direct op de wagen. Schep was samen met Robin Wennekes uit Dodewaard gelijk vooraan in de koers te vinden. “Ik was hier twee minuten voor de start en wilde met al die regen eigenlijk niet rijden. Maar bij de start was het droog en als je eenmaal rijdt, dan stap je niet meer af”, verklaarde de 35-jarige winnaar na afloop. Gelijk had de winnaar van de laatste Zesdaagse van Rotterdam. Het peloton werd al vrij vroeg uitgedund en na nog geen vijfentwintig kilometer onder de wielen reden twintig sterke mannen op kop. Onder hen regiokanjers als Robin Chaigneau en Jeroen van Zanten uit het naburige Meerkerk en natuurlijk Arian Oosthoek uit Hendrik Ido Ambacht en Sander Oostlander uit Zwijndrecht. Maar toen Aron Kremer uit Vierpolders zo’n tien ronden voor het einde weg reed, kon alleen Schep volgen. En al snel was duidelijk dat het duo Kremer/Schep zou uitmaken wie in Giessenburg zou winnen. De samenwerking in het achterblijvende pelotonnetje was verre van ideaal. De voorsprong groeide gestaag naar meer dan een halve minuut. Kremer en Schep gingen voor de eindzege, waarin de meer ervaren Schep aan het langste eind trok. En passant verzekerde de baanspecialist zich ook van de leidersprijs. De strijdlustige Robin Wennekes won de sprint van het moegestreden peloton. “De samenwerking was goed en we hielden een ruime voorsprong van bijna 40 seconden. Uit ervaring weet ik dat je zo’n gat niet snel dicht rijdt. Zelfs niet met 60 in het uur. Ik ben nu inderdaad goed in vorm, beter dan drie weken geleden toen er geselecteerd werd voor de Olympische baanwedstrijden. Teleurgesteld ben ik niet over het missen van mijn vijfde Spelen. Ik kan mijzelf niets verwijten”, aldus Schep, die vermoedde wel zere benen te krijgen na de vroege ontsnapping met Kremer. En die voorspelling deed medevluchter Kremer ook.”Ik had geen benen voor de overwinning. Het was afzien. Toen ik wegreed merkte ik dat er iemand mee ging en toen ik zag dat het Peter was, had ik mij geen betere kunnen wensen. Peter deed het meeste werk en was sterker. Dat zag ik onderweg wel. Als Peter op kop reed, ging het twee kilometer harder. Na een matig seizoen ben ik wel blij met deze twee plaats.” Theo Sprong