Blikseminslag verwoestte eeuwenoude boerderij in Oudendijk: ‘We zijn geweldig geholpen’
Algemeen 1.952 keer gelezenOUDENDIJK • Vorig jaar verloor Renkie van Vugt (77) haar man aan corona, ook 2022 bracht rampspoed in haar leven toen op 19 mei de eeuwenoude boerderij, die al dertien generaties in de familie is, tot de grond toe afbrandde. Ze woonde daar met haar dochter Gea (42), schoonzoon Rudolf de Boer (43) en de kleinkinderen Resa en Sebas van negen en zeven jaar. Ruim een half jaar na de brand is terugkijken op die fatale dag nog altijd een emotionele achtbaan.
“Ineens zie je die grote grijpers tijdens het blussen naar je nieuwe keuken gaan, waar jij zolang voor hebt gespaard. En echt alles stonk naar de rook, overal was bluswater”, zo vertelt Gea die tijdens de blikseminslag op haar werk in Breda was. Moeder Renkie was wel thuis, maar speelde argeloos een spelletje op haar PC.
“Ineens viel de stroom uit, dus ik liep op mijn blote voeten naar de buurvrouw om te vragen of zij wel stroom had. Van de inslag zelf kan ik me niets meer herinneren. Volgens de buurman die net met zijn auto langsreed, was de klap zo heftig dat hij los kwam van zijn stoel. Toen ik bij de buurvrouw achterom keek, zag ik rook en riep dat ze brandweer moest bellen. Met een tuinslang probeerden we zelfs nog te blussen. Toen de politie kwam, kreeg ik ruzie. Ik mocht niet meer naar binnen, terwijl ik nog snel de foto van mijn man wilde pakken. Dat heeft toen mijn buurvrouw nog snel gedaan.”
Onbezorgdheid is weg
De foto van haar man prijkt nu op het dressoir in haar tijdelijke woning naast de afgebrande boerderij. Ook het gezin van haar dochter woont daar in een tijdelijk onderkomen. “Het is fijn om hier weer bij elkaar te wonen, maar je bent je wortels kwijt. Ik ben hier geboren en opgegroeid, sinds 2015 woonde ik weer in het vooreind van de boerderij, nadat mijn ouders een appartement in de schuur bouwden”, zo vertelt Gea. Ook Rudolf is nog altijd aangeslagen door de brand.
“Je bent je vertrouwen kwijt, de onbezorgdheid is weg. Ik zat in Amsterdam voor mijn werk en kreeg ineens een telefoontje. Toen ik kwam aanlopen, was alles afgezet en hielden ze me tegen. ‘Maar ik woon hier’, pas toen mocht ik doorlopen. De kinderen waren nog bij de BSO, maar Resa belde aan het einde van de middag. Ze zei dat ze het had gehoord van de brand, maar ineens zei ze ook ‘Ik hou heel veel van jullie’. Nadat we ze hadden opgehaald zijn we hand in hand naar de boerderij gelopen”.
Het voelde voor de familie heel pijnlijk dat ‘ramptoeristen’ kwamen kijken bij de afgebrande boerderij. “Sommige mensen reden zelfs de pad op. Iedereen staat ook te kijken naar de restanten van je huis, het is alsof ze in je ziel kijken”, zo blikt Rudolf terug op de eerste uren na de brand.
Overspoeld met hulp
Nog dezelfde avond worden ze overspoeld door mensen die hen willen helpen. Gea: “De brand had alles verwoest en de eerste gedachte daarna was dat een schone onderbroek al fijn zou zijn. Maar we kregen nog die avond een huisje aangeboden in Woerkum, zelfs de bedden waren al opgemaakt, echt geweldig. De brand was op donderdag, maar op zaterdag moesten we al zeggen dat we genoeg spullen hadden.”
Moeder Renkie trekt tijdelijk in een appartement bij de buurman op zolder. “Dat was fijn, dan kon ik huilen wanneer ik wilde. Ik kon daar zelf koken, maar ik werd zo vaak uitgenodigd om bij de buren of vrienden te komen eten, dat ik soms moest zeggen dat ze nog niet aan de beurt waren.” Na twee maanden bij haar buurman kon ze terug naar haar huidige tijdelijke woning. Ook Renkie roemt alle hulp die ze kreeg aangeboden. Ze wijst op een gehaakt kleedje op tafel. “Dat heeft een voor mij onbekende nierpatiënt gehaakt, tijdens haar dialyse.”
Afwikkeling
Al snel na de brand volgt de afwikkeling met de verzekering, een intensieve klus volgens Rudolf. “Je slaapt ‘s nachts niet, maar loop in je hoofd door de keuken en denkt ‘wat kost eigenlijk een kaasschaaf’. Je weet niet hoeveel spullen je hebt, maar je mist elke dag nog iets.” Datzelfde geldt voor moeder Renkie. “De kerstspullen lagen op zolder, maar je weet niet hoeveel kerstballen je hebt. We kregen een voorschot, ook om mijn huisje weer in te richten. Ik ken nu alle kringloopwinkels in de regio, je wilt pas nieuwe spullen kopen voor je nieuwe huis.”
Naast de inboedel is inmiddels ook de opstalverzekering afgehandeld en is het ontwerp voor de nieuwe boerderij gereed. Dat de aannemer pas september volgend jaar kan bouwen is wel weer teleurstellend. Ondanks alle ellende die ze beleefden, blijven ze positief, vooral door alle hulp na de brand. “We zijn zo geweldig geholpen.”