75 Jaar TWV De Waal: ‘Skyline van Tiel voelt als thuiskomen’

TIEL • De Tielse Watersport Vereniging De Waal bestaat 75 jaar. De mijlpaal wordt op zondag 3 september door de ongeveer zestig leden van 14.00 tot 18.00 uur gevierd. De feestcommissie van De Waal organiseert een soort receptie in en rond het clubhuis aan de Echteldsedijk, pal aan de haven. Vanwege het werk aan de dijk is de te gebruiken ruimte wat aan de kleine kant. Desondanks staan er straks tenten, zingt er een koortje, is er muziek en wordt er wat gebakken.

“Er was destijds in Tiel een groep mensen met zeilboten met een plek hier in de haven”, vertelt Peter Schobben over de oprichting van zijn vereniging. Schobben is bestuurslid en al 48 jaar lid van TWV De Waal. “Vijf of zes mensen wilden toch in clubverband gaan varen en zo is het ontstaan. En Koos van Elk, waar ons clubhuis naar is genoemd, verhuurde hier kano’s. En als je in 1975 met een boot van acht meter aankwam, dan zouden ze gezegd hebben: Nou, het zit er bij jou aan. Maar nu praten we over boten van tien of twaalf meter.”

Peter Schobben werd op 1 januari 1975 lid. “Mijn eerste bootje was van polyester, vijf meter lang en twee meter breed”, vertelt hij. Schobben komt uit een groot gezin. “Mijn moeder is vroeg gestorven, mijn jongste zus was toen drie jaar. Ik was de oudste van negen, dus ik heb ze allemaal opgevangen. Ik had toen een bootje van vijf meter en daarin gingen we met z’n vieren op vakantie. Tja, je was toen met minder tevreden dan tegenwoordig.”

Havenmeester
Frans Dielemans is 27 jaar lid. Hij is, met name in de winter, havenmeester en ontvangt de boten, waarvan er jaarlijks zo’n duizend naar Tiel komen. “Je bent een soort gastheer. Je pakt het touwtje aan en legt ze ergens neer, wijst ze een plekje aan en rekent af met ze. Je maakt een praatje met ze en zorgt dat de mensen het naar de zin hebben.” “Dan voelen ze zich gelijk thuis”, vult Schobben aan.

Beide heren vinden het heel gezellig bij TWV De Waal. “Mijn vader was vroeger visser, dus die zát al op het water. Ik heb het schijnbaar meegekregen, want ik heb ‘t altijd leuk gevonden”, vertelt Schobben. “Ik denk dat het in je genen zit, dat je het meekrijgt. Net als iemand die met een caravan of een tent gaat. Ik heb ook altijd gewerkt en was altijd druk. Dan kom je op de boot, maakt ‘m los en dan kun je helemaal niks meer. Dan valt alles van je af.”

Vrijheid
“Het is die vrijheid, je kunt gaan en staan waar je wilt”, voegt Dielemans eraan toe. “En Nederland is echt heel mooi vanaf het water.”

“Je komt op plekken dat je denkt: Gôh, dat er nog zulke mooie plaatsen zijn”, vult Schobben aan. “Op sommige plekken zijn mooie tuinen achter de huizen. Nederland ziet er vanaf het water echt heel anders uit. En het mooiste is - als je van drie weken vakantie en zeventig vaaruren terugkomt - als je de sluis uitkomt en je ziet de skyline van Tiel. Dan kom je weer thuis.”
Volgens Dielemans vaar je zo’n drie á vier uur per dag. “Je kunt verder varen, maar dan is het mooi geweest. Op een gegeven moment zeg je: Het is mooi hier. Dan blijf je en vaar je de volgende dag verder. Vijf, zes kilometer en dan stop je weer.”

Peter Schobben ligt, als hij met zijn vrouw op vakantie gaat, graag met zijn boot in een stad: “Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Delft... Ik zie graag mensen om me heen.”

Naar Culemborg
Hij gaat ook het liefst met de boot ergens naartoe, in plaats van met de auto. “Kijk, naar Culemborg rijd je in twintig minuten en met de boot doe ik er bij wijze van spreken drie uur over; twee uur varen en een uur sluizen. Dan denk ik: Dat heb ik toch gauw gedaan.”

Leuke riviertjes
Dielemans zoekt wat meer de natuur op en vaart graag op de Linge, de Vecht of de Hollandse IJssel. “Van die leuke riviertjes”, zegt hij.

Vroeger werden er nog wedstrijden georganiseerd, zoals de Tiel-Merwede race, naar Gorinchem toe. “Maar die is door Rijkswaterstraat, vanwege de drukte op het water, een beetje teruggedrongen”, vertelt Schobben. “Dus dat is nu niet meer. We hebben hier bijvoorbeeld wel de Hemelvaarttocht met de mensen van de vereniging die mee willen, in zo’n twintig bootjes. En ‘s winters wordt hier gezellig geklaverjast.”