Buurtbewoners: ‘Speelplaatsoverlast is onacceptabel’

KRIMPEN A/D IJSSEL • “Herrie. Troep. Hangjeugd tot diep in de avond.” Een aantal omwonenden van het speeltuintje aan de Wethouder Brouwerstraat in Krimpen aan den IJssel is de door hen ervaren overlast spuugzat.

“Je mag het al geen speeltuin meer noemen”, zegt één van de bewoners (naam bekend bij de redactie). “Het woord meetingpoint is meer op zijn plaats. Jeugd van soms ver boven de speeltuinleeftijd treft elkaar op deze plek, hangt er rond met vaak veel lawaai en gebruikt het terreintje ook als panna-kooi. En dat pal voor je huis. Het begint al vroeg in de avond en gaat tot laat door. Ik kijk regelmatig op Buienradar in de hoop dat het gaat regenen. In dat geval ben je een middag of avond gevrijwaard van de overlast. Weet je, wij hebben helemaal niets tegen kleine kinderen die de speeltuin gebruiken waar deze voor is bedoeld, maar dan nóg is de locatie zo pal voor onze deuren verre van ideaal. We snappen ook de achterliggende gedachte van de gemeente wel: een leuke speelplaats in elke buurt, maar deze speelplaats schiet zijn doel ernstig voorbij en belemmert ons enorm in ons woongenot.”

Zomer in aantocht
Een bewoner geeft aan de klachten te hebben gemeld aan wethouder Kirsten Jaarsma. “Ze is keurig langs geweest. Dat waarderen we. Maar dat is inmiddels vijf weken geleden en daarna is het stil gebleven. We houden ons hart vast nu het weer mooier wordt en de zomer in aantocht is. Dat is, als er geen maatregelen genomen worden, een garantie op nieuw kabaal en nieuwe vervuiling, want de jeugd laat regelmatig rommel achter op hun meetingpoint. De ene keer liggen er fastfood-verpakkingen, dan weer flesjes of erger nog: kapotte flesjes.”

Weggegooid geld
Ooit lag er in de Wethouder Brouwerstraat een speeltuintje dat een derde van de afmetingen van de huidige speelplaats had en omzoomd was met ‘groen’. Een glijbaantje, een schommel, een klimrek en een bankje en dat was het dan.

“Daar was prima mee te leven”, zegt één van de omwonenden. “Twee jaar geleden verdween de oude speelplaats en moest er een nieuwe voor in de plaats komen. Er werden een nieuw tapijt gelegd en speeltoestellen geplaatst op een aanmerkelijk groter oppervlak. Overigens bleven die spullen niet lang staan.... Men was vergeten dat de straat eerst opgehoogd moest worden, voordat er een speelplaats geplaatst mocht worden. De speelplaats werd ontmanteld. Dat was er één in de categorie ‘weggegooid geld’. Vervolgens werden er, na de ophoging, nieuwe attributen aangebracht en kunstgras gelegd. Eén van de speeltoestellen was een 3,5 meter hoge glijbaan op vier meter voor de pui van één van de omwonenden. Na protest werd deze glijbaan weer verwijderd. En daarna kwam de speeltuin zoals hij er nu ligt en zuchten we onder de overlast. Er moet nu echt iets gebeuren. Het zit ons tot hier. Verplaatst deze speeltuin naar een andere plek. De Boezemstraat zou een prima locatie zijn. Daar is ruimte en de afstand tot de woningen is acceptabel. We hopen dat de gemeente er nu écht iets aan gaat doen. Zoals de toestand hier nu is, is onacceptabel.”

Jongerenwerk
“De gemeente vindt het belangrijk dat er speelplekken zijn in alle wijken”, reageert wethouder Kirsten Jaarsma. “Buiten spelen en elkaar ontmoeten is voor kinderen belangrijk. We geven uitvoering aan het speelplaatsen beleidsplan en besteden veel aandacht aan participatie van de bewoners in de straat en buurt, zo ook bij deze locatie. Tijdens het gesprek op 26 april met enkele omwonenden zijn afspraken gemaakt over de inzet van jongerenwerk Gro-up en het samen met bewoners ontwerpen van een bord waarop spelregels staan, zoals dat er op de locatie niet gevoetbald mag worden en het gebruik van de speeltuin tot een bepaalde tijd is. Gro-up heeft de locatie in zijn ambulante rondes opgenomen en er is door jongerenwerk contact opgenomen met de bewoners om een beter beeld te krijgen van de jongerengroep en de ervaren overlast zodat jongerenwerk hier gericht mee aan de slag kan. De bewoners zijn hierover door mij persoonlijk geïnformeerd. We nemen de ervaren overlast serieus.”

Jan Timmer