Streekvertelsels: Heerewaarden: van Moasmeerminnen en een beroemde gast

Rob & Robbies Streekvertelsels

Heerewaarden is een dorp met heel oude papieren. Meer dan duizend jaar geleden behoorde de nederzetting 'Heriwarda' tot het Heilige Roomse Rijk van keizer Koenrad II die de nederzetting later overdroeg aan de bisschop van Luik.
Het middeleeuwse Heerewaarden was van betekenis, wat onder meer tot uiting kwam in de bouw van een indrukwekkende kerk met aan de westzijde twee klokkentorens die kenmerkend zijn voor de Ottoonse en Romaanse bouwstijl. De middeleeuwse rijkdom van Heerewaarden kwam voort uit de gunstige ligging aan de Maas en de Waal, waar geprofiteerd werd van de visvangst.

Dat de rivieren ook gevaarlijk konden zijn, bewijst een sage over de zogeheten Moasmeerminnen. Dat waren verleidelijke jonge meisjes met een vissenstaart, die aan de oevers van de Maas met hun gezang de hoofden van jongemannen op hol brachten, zodat die omsloegen en verdronken. Aan de machtige Waal staat nog altijd de Kopse Boom, een monumentale negentiende-eeuwse populier die als baken diende voor de scheepvaart. Van heinde en verre komen liefhebbers speciaal naar Heerewaarden om de boom te zien.

Wie ook van verre kwam, was de beroemde Duitse kunstenaar Albrecht Dürer (1471-1528), die in zijn tijd tot de belangrijkste schilders van Europa behoorde. Toen hij vanuit Duitsland de Rijn afzakte en op de Waal terechtkwam, koos hij ervoor om in Heerewaarden te overnachten, het was half november van het jaar 1520. In zijn dagboek schrijft Dürer dat Heerewaarden herkenbaar is aan de twee torens van de oude kerk en dat hij voor de maaltijd 7 stuivers betaalde. De volgende dag reist Dürer verder, en gaat via Zaltbommel en 's-Hertogenbosch richting het rijke Antwerpen, waar hij goede zaken hoopt te doen. Ongetwijfeld is Dürer de meest befaamde gast van Heerewaarden.

Tekst: Robbie Dell'Aira

Illustraties: Rob Reis