SGP Krimpenerwaard over kappen knotwilgen: ‘Erg onverstandig, zal niet meer gebeuren’

KRIMPENERWAARD • De SGP-fractie in de raad van Krimpenerwaard noemt het kappen van knotwilgen door haar raadslid Floor de Jong ‘erg onverstandig’. De partij geeft aan  dat de bomen aan de Benedenberg in Bergambacht, mocht de buurt dat willen, zullen worden terug gepoot.

“Dit is niet het juiste signaal om op deze manier aandacht te vragen voor een groot probleem”, stelt fractievoorzitter Jan Verburg. Agrariërs zaagden als protest tegen de stikkstofplannen afgelopen week tientallen knotwilgen om in de Krimpenerwaard, wat de nodige ophef veroorzaakte. Eén van de actievoerende boeren en woordvoerder was raadslid Floor de Jong.

“De knotwilgen stonden bij de ondernemers op eigen terrein. Voor het kappen is geen vergunning nodig”, geeft Verburg aan. “Desondanks hebben we afspraken gemaakt met Floor dat dergelijke acties met schade, in welke vorm dan ook, in de toekomst niet meer voor zullen komen. In diverse media heeft ons raadslid aangegeven dat, als hij de tijd terug kon zetten, het absoluut anders zou doen.”

Tegelijkertijd zegt de SGP ‘de noodsituatie’ waarin boeren zich momenteel bevinden zich volledig te beseffen. “Er lijkt een kaalslag binnen de veehouderij plaats te gaan vinden. Het gaat in de Krimpenerwaard om een zeer hoog percentage terugdringing van de uitstoot. Dat zou het einde van veel bedrijven kunnen betekenen en daarmee het verdwijnen van boeren die het landschap in stand houden. Het behartigen van de belangen van deze ondernemers, op diverse niveaus, is wat door ons raadslid als geen ander gedaan kan worden.”

De gemeenteraad van Krimpenerwaard spreekt dinsdagavond over de kwestie tijdens het actualiteitendebat. De Jong wil zelf verder niet reageren en zegt dit debat te willen afwachten.

Ondertussen geven drie buurtbewoners van de Benedenberg, waaronder Netty Brussee van kinderopvangboerderij Achter ‘t Potdeksel, aan aangifte te doen tegen De Jong voor ‘het moedwillig vernietigen van honderd knotwilgen in de Krimpenerwaard.’