'Kunnen leven met gedeeltelijke sanering'

KRIMPEN A/D IJSSEL • Er valt nog deze collegeperiode een besluit over de sanering van het voormalige EMK-terrein. Dat verklaart wethouder Wubbo Tempel.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is als eigenaar aan zet, "maar ze houden ons goed op de hoogte", laat Tempel weten. "Onze ultieme wens is natuurlijk dat het gehele terrein (tegenwoordig bekend onder de naam Stormpolderdijk, red.) wordt gesaneerd. Maar we moeten realistisch zijn. Als blijkt dat een volledige bodemsanering te kostbaar is, kunnen we leven met een plan B: een gedeeltelijke sanering. Daarbij zal de aannemer een deel van de vervuilde grond inpakken."

Damwand
De bodemsanering kwam eind juli stil te liggen nadat uit onderzoek was gebleken dat de omvang van de verontreiniging veel groter is dan voorzien. Ook blijkt de stalen damwand in een slechte staat te verkeren. Tempel benadrukt dat er geen sprake is van een gevaarlijke situatie. "De damwand doet wat -ie moet moet doen. Probleem is dat de constructie kan bezwijken tijdens het afgraven van de vervuilde grond. Daarom is er een nieuwe damwand nodig."

Tempel wil af van het beeld dat er al dertig jaar weinig zou gebeuren op het terrein. Zo is de eerste fase van de herontwikkeling van de Stormpolderdijk onlangs afgerond. "Dura Vermeer heeft 1,6 hectare - nagenoeg 30 procent van het terrein - bouwrijp gemaakt."

Depots
Naast dat er meer vervuiling in de grond zit, lukt het de aannemer niet om de grond thermisch te laten reinigen. De depots bij de reinigers zitten vol. Tempel: "Ze hebben Dura Vermeer laten weten dat zij tot nader order geen grond ter reiniging innemen. Dit komt doordat de kwaliteit van deze grond landelijk ter discussie staat. Ook deze ontwikkeling zorgt weer voor vertraging. Toch ga ik ervan uit dat de sanering 'gewoon' wordt uitgevoerd."

Krimpen aan den IJssel legde in 2016 bijna 3 miljoen euro neer om het EMK-terrein in handen te krijgen. Na sanering zou het terrein worden overgedragen aan de gemeente die het wil herontwikkelen. Veel (maritieme) bedrijven hebben in het verleden interesse getoond om zich op het terrein te vestigen.