• De boomgaard in Arkel wordt onderhouden door een groep vrijwilligers.
• De boomgaard in Arkel wordt onderhouden door een groep vrijwilligers. Foto: Aangeleverd

Wethouder over Arkelse boomgaard: “Bemiddelen heeft geen zin meer”

Algemeen

ARKEL • Afspraken uit 1990, talloze stukgelopen bemiddelingsacties, excuses voor een zoekgeraakte brief en insinuaties door een foto; wethouder Jan Lock verschafte de Molenlandse gemeenteraad dinsdagavond duidelijkheid over het ‘ongeoorloofde snoeiwerk van de gemeente’ in de Arkelse Boomgaard Onderweg. De kern van het verhaal? “Bemiddelen (tussen de boomgaard en de buren, red.) heeft geen zin meer.”

Op maandag 13 februari snoeide een groep medewerkers van de gemeentelijke plantsoenendienst een deel van het groen aan de rand van de boomgaard. Dit gebeurde volgens de vrijwilligers van Boomgaard Onderweg zonder overleg, terwijl ze in 2019 een groenparticipatie-overeenkomst sloten met de gemeente.

Helderheid
Volgens wethouder Jan Lock is het snoeiwerk het gevolg van een jarenlang gesteggel tussen de buren en de vrijwilligers van de boomgaard. De buren ervaren overlast door de wijze waarop stichting De Punt, eigenaar van de boomgaard, de boomgaard beheert. Drie jaar lang heeft de gemeente tussen beide partijen proberen te bemiddelen. Bij zijn aanstelling als wethouder werd Lock “geconfronteerd met een situatie die muurvast zit en ik heb toen geconcludeerd dat er helderheid moest komen.”

Die helderheid heeft de gemeente gebaseerd op afspraken die stammen uit 1990, gemaakt door de gemeente Giessenlanden met een van de buren. “Die toezeggingen zijn in die tijd gedaan aan die buren, die willen we als gemeente ook in stand houden.” Vrijwilliger Kees Maarsse van de boomgaard vertelde al eerder aan Het Kontakt van die afspraken te weten. “Maar ze (de buren, red.) hebben wel een document uit 1990 gevonden waarin staat dat de begroeiing nabij de afscheiding van de boomgaard, drie tot vier meter hoog mag zijn.”

Voor Maarsse gelden die afspraken alleen tussen de buren en de gemeente, en heeft de boomgaard daar niets mee te maken. Voor de gemeente zijn dus juist die afspraken het uitgangspunt voor een laatste voorstel op 1 december: het onderhoud van het bosplantsoen, dat grenst aan de boomgaard maar er geen onderdeel van is, neemt de gemeente terug en er komt een heldere erfafscheiding met de andere buren. Met daarbij de boodschap: “Als u mee wilt werken mag u het onderhoud zelf blijven doen, maar als u niet meewerkt dan grijpen wij als gemeente in omdat wij rust willen in de situatie.”

Misleidende foto
De rust is voorlopig nog niet wedergekeerd en dat komt volgens Lock mede door de foto die bij het eerste artikel over dit onderwerp op 15 februari in deze krant is gepubliceerd. “De suggestie vanuit het artikel dat de hele boomgaard gesloopt is, ontken ik met kracht. Het gaat om het snoeien van hazelaars. De foto die u gezien heeft in Het Kontakt, is een foto die door De Punt gestuurd is naar Het Kontakt, van een struik die door De Punt zelf gesnoeid is.”

“De mensen van de gemeente hebben gesnoeid, conform de afspraken die eerder gemaakt zijn - uit 1990. Dat is professioneel gebeurd. Dat daar emotie uit ontstaat begrijp ik, dat er ook nog eens een brief is blijven hangen zonder dat wij dat wisten, daar baal ik van. Voor het feit dat die brief is blijven hangen hebben wij onze excuses aangeboden. Voor de maatregelen die we hebben genomen, dat is een maatregel waarvan ik zeg: als we dat niet doen, dan blijft de situatie voortslepen. Bemiddelen heeft geen zin meer.”

Les
Het laatste woord over de boomgaard is sowieso nog niet gezegd. Progressief Molenlanden (PM) heeft het gemeentebestuur eerder op de dag om uitleg gevraagd over de gang van zaken in de Arkelse boomgaard. Die vragen worden schriftelijk beantwoord door het college.

Eén ding is wat Lock voortaan wel duidelijk: een voedselbos in een woonwijk, dat gaat niet meer gebeuren. “Het wordt heel groots voedselbos genoemd. Het is een halve bunder als je het alles bij elkaar bekijkt en het zit midden in een woonsituatie. Ik denk dat als we een ding leren, dat we dat soort initiatieven niet moeten combineren in een woonwijk.”