Column Theo Segers: Elisabeth en Margaret
Algemeen 347 keer gelezenHet is vast weinig mensen ontgaan: de koningin van Groot Brittannië, Elisabeth II is overleden. Op 8 september kwam het bericht van haar heengaan. Ruim 70 jaar heeft ze haar ambt vervuld. Een enorm respect heb ik daarvoor. Wat een staat van dienst. In de achterliggende week waren er veel bijeenkomsten, herdenkingen en diensten. En heel veel inwoners van het Gemenebest hebben de laatste eer bewezen aan de koningin. Er was zelfs filevorming voor de baar in Whitehall. Zo eindigt een leven; herinneringen blijven en een volgende generatie staat klaar om taken over te nemen.
Zo heeft iedereen bij het meemaken en verwerken van de dood eigen herinneringen en gedachten. Toen het bericht van het overlijden bekend werd, waren mijn vrouw, dochter en ik juist in Londen, op weg naar Schotland. Mijn hospita, waar ik 46 jaar geleden voor het eerst in huis kwam, is op 3 september overleden. Vol trots en met eer noem ik haar Margaret Agnes MacLean, mijn ‘Schotse moeder’. Ze is 92 jaar geworden. Ze heeft veel voor mij betekend, als tiener en daarna, de Engelse taal lerend.
Vele malen ben ik terug geweest en daarom beschouw ik Schotland als mijn tweede vaderland. Elk land, elke familie heeft zo eigen gewoontes. De begrafenis aan de noordwestkust van Schotland was ook volgens lokale gebruiken. De neven van mijn ongetrouwde ‘Schotse moeder’, ook ik kreeg deze ere-rol, hebben aan koorden de kist neergelaten in het graf. Een bijzonder en emotioneel moment; met elkaar auntie Margaret en mijn ‘Schotse moeder’ begraven. In de dienst voorafgaand aan haar begrafenis zongen we uit psalm 23 woorden die haar veel troost boden in het leven: ‘And in Gods house for evermore, my dwelling place shall be.’ Een koninklijke keuze, zo besefte ik na de plechtigheden voor Queen Elisabeth.