Nieuwe uitvaartleiders bij Begrafenisonderneming Leerdam: ‘Het valt niet mee om in Ben zijn voetsporen te treden’

LEERDAM • Na ruim dertig jaar als uitvaartleider bij Begrafenisonderneming Leerdam te hebben gewerkt gaat Ben de Weerd het vanwege zijn pensioenleeftijd rustiger aan doen.

Daarom zijn er bij de Begrafenisonderneming Leerdam nieuwe uitvaartleiders aangesteld. Een van hen is de in Leerdam welbekende Martine Visser, onder andere bekend als coördinator van de Voedselbank Leerdam en als raadslid van het CDA. De tweede nieuwkomer is Egbert van Voorden uit Kedichem, die samen met zijn vrouw Margaretha al langer in de uitvaartbranche werkzaam is.

Ben de Weerd, die jarenlang als uitvaartleider heeft gewerkt en na al die jaren een begrip is in Leerdam, wil rustig aan afbouwen met zijn werk, maar blijft beschikbaar als mensen naar hem vragen.

Rustig afbouwen
Over dertig jaar werken in de uitvaart vertelt hij: “Eind vorig jaar ben ik 67 jaar geworden en dus officieel met pensioen. Maar ineens stoppen wilde ik niet. Ik heb toen besloten rustig aan af te bouwen en mijn opvolgers in te werken. Maar intussen werk ik vanwege omstandigheden weer op volle toeren. En dat moet echt minder worden. Daarom is in april een advertentie geplaatst en na de succesvolle sollicitatiegesprekken zijn Martine en Egbert aangesteld. Egbert heeft natuurlijk al veel ervaring in de uitvaart en ook al de eerste uitvaart bij ons verzorgd, en Martine wordt de komende maanden ingewerkt.”

Er is door de jaren heen veel veranderd in de uitvaartbranche. Ook bij de Begrafenisonderneming Leerdam, die al bijna 100 jaar bestaat en sinds jaar en dag gevestigd is in het bekende pand Rehoboth aan de Tiendweg. Naast de vele veranderingen in de uitvaart heeft ook Rehoboth een hele gedaantewisseling ondergaan. 

Het hele pand is opgeknapt, en vernieuwd en biedt plaats aan grote en kleine gezelschappen die op gepaste wijze afscheid kunnen nemen van een geliefde. Ook beschikt Rehoboth sinds de laatste verbouwing over een 24 uurs kamer waar je op ieder moment van de dag of nacht zonder afspraak naar toe kunt om nog even tijd door te brengen met de dierbare overleden persoon. Dit is echt een aanwinst voor Leerdam en omstreken en er wordt veel gebruik van deze kamer gemaakt.

Hart voor de mensen 
Nieuwkomer Martine Visser merkt op: “Het is fijn dat we hier in Leerdam een Begrafenisonderneming hebben die hart heeft voor de mensen. Daar werk ik graag voor, en ik hoop in de tijd van rouw bij de mensen, net zo waardevol te zijn als Ben is geweest. Om in de voetsporen van Ben te treden valt niet mee, maar mensen helpen en bijstaan op momenten dat ze het zo hard nodig hebben, is mijn drijfveer om dit werk te gaan doen.”

“Ik wil dicht bij de mensen staan en de zorgen wegnemen tijdens de emotionele tijd van een overlijden. En niet alleen bij het overlijden, maar er ook voor hen zijn in de tijd die daarna volgt. Want afscheid te moeten nemen van een dierbare is een van de meest intense momenten in een mensenleven.

Ik heb al een opleiding rouwverwerking afgerond en volg nu opleidingen tot uitvaartleider.” Deze nieuwe baan betekent wel dat Martine minder uren voor de Voedselbank gaat werken. Ook vertelt ze dat dit haar laatste periode in de gemeenteraad is.

Sociale instelling
Egbert van Voorden is het tweede nieuwe gezicht binnen de organisatie. Samen met zijn vrouw Margaretha heeft Egbert zich de afgelopen jaren met zijn eigen organisatie ingezet als uitvaartleider en bood begeleiding bij de rouwverwerking. Margaretha gaat ook nu weer haar man in zijn werk ondersteunen.

Van Voorden vertelt hierover: “Ik ben sociaal ingesteld en hou van het contact met mensen van alle rangen en standen. Iedere begrafenis of crematie is uniek en ik vind het belangrijk dat het afscheid nemen gaat zoals de overledene in het leven stond en de nabestaanden het voor ogen hebben.” Martine en Egbert geven tot slot aan deze uitdaging met veel genoegen aan te gaan. “Dit is zeer dankbaar werk. Dicht bij de mensen en je kunt hulp bieden in een zeer moeilijke en verdrietige periode van de nabestaanden.”

Mimi van Rossem