Afbeelding

Allemaal digitaal

Algemeen 403 keer gelezen

De kerk, het dorpscafé, het politiebureau, de bank en het gemeentehuis. Het traditionele beeld van de Betuwse dorpen. Zo leerde ik ze als jonge dagbladverslaggever kennen. De kerk staat er nog wel, maar tobt met de terugloop aan kerkgangers, de biblebelt daargelaten. In het dorpscafé ging eerst het biljart eruit, daarna het slot erop.

Het heeft plaatsgemaakt voor de brasserie, waar de gasten een plankje met carpaccio en gebrande pijnboompitten, in een paar happen naar binnen werken. Het politiebureau is opgedoekt. Af en toe passeert er een centraal aangestuurde politiewagen. De inwoners hebben hun digitale heil gezocht bij buurtapps en buurtpreventie. Of dat helpt? Ik betwijfel het. Als er in een vroege ochtend zeventig autospiegels worden vernield, heeft niemand dat in de gaten.

De bank is al lang dicht, de klanten moesten gedwongen digitaliseren. Vooral voor de oudere dorpsbewoners een ramp.

Het gemeentehuis heeft ook het loodje gelegd: opgeslokt door de gemeentelijke herindeling. De nieuwe gemeente Buren liet zich verleiden om in het belang van de inwoners een immens gemeentepaleis aan de rand van het dorp Maurik te bouwen. Een zandkasteel met schuine wanden en onwerkelijke vijfhoeken. “In dit gebouw staat de mens centraal”, zei de architect. Maar je ziet er haast geen mens meer. Anderhalve man en een paardenkop. Van de inwoners wordt nu verwacht dat ze achter de computer gaan zitten als ze iets van de gemeente willen.

Als ik langs dat paleis fiets, moet ik weemoedig denken aan de gemeenteraadsvergadering in het knusse raadshuisje in het dorp. Als verslaggever had ik er een vaste plaats in de raadzaal. De gemeentebode liet er in het keukentje de koffie pruttelen. Hij haalde de suikerzakjes uit zijn broekzak. Eens per jaar, bij de behandeling van de begroting, onderbrak de gemeenteraad de vergadering voor een maaltijd van boerenkool met worst in een naburig café. Een maaltijd die zeer tot genoegen was van de wethouder die een paar voortanden miste. 

Met een karbonaadje zou zijn gebit meer moeite gehad hebben, vertelde hij me na een raadsvergadering met een grijns op zijn verweerde gelaat.

Nu zit de gemeenteraad met de erfenis van dat onderhoudskosten verslindende bouwwerk. 

Stoot het maar af, opperde een raadslid van D’66 onlangs. 

En wat doe je er dan mee? Appartementen, een Polenhotel, een centraal magazijn voor de gigantische voorraden overbodige mondkapjes (heb je die negen miljoen vals opgestreken geld trouwens al teruggestort, Bernd Damme?) of een regionaal bankkantoor? Dat laatste in ieder geval niet, De banken hebben zichzelf en hun klanten zo ver gedigitaliseerd dat er geen kantoren meer nodig zijn. Alleen nog een paar automaten. In Tiel staat het nieuwe kantoor van de bank op de duurste locatie van de binnenstad al maanden leeg. 

Sterker nog, het is nooit geopend. Wel helemaal ingericht met balies en fraaie spreekkamers. Maar je krijgt er niemand te spreken. Op de deur hangt een A4-tje met een vriendelijk verzoek of de bezoekers een mondkapje om willen doen.

Inderdaad, je mond valt er van open.

Jan Beijer

(reageren: jbeijer@upcmail.nl)

Spot op de Betuwe

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Download onze app

Heb jij de app van Het Kontakt al?

Al het nieuws uit jouw regio
Direct op de hoogte
Gratis downloaden

Download onze app

Heb jij de app van Het Kontakt al?

Al het nieuws uit jouw regio
Direct op de hoogte
Gratis downloaden