Jan Hazendonk ziet ze dagelijks vliegen

HAGESTEIN • Komend weekeind houdt De Vogelvriend haar jaarlijkse vogelshow in dorpshuis De Biezen. Twintig inzenders laten 224 vogels keuren, en daar zijn er 22 bij van Jan Hazendonk. Vrijdagavond worden de prijzen uitgereikt en zaterdag 15 november is het publiek de hele dag welkom. Meer dan veertig jaar geleden kreeg Hazendonk (70) een koppeltje kleurkanaries die hij plekje in zijn huiskamer gaf. Toen ze hun eerste jonkies kregen was de Hagesteiner verkocht. Hij werd lid van De Vogelvriend, timmerde een volière en ging aan de slag. Hij richtte zich in de beginjaren op tropische vogels, voegde daar Europese cultuurvogels aan toe, en begon daarna ook met vruchten- en insecteneters. Nu heeft hij een bevolking van pakweg 250 vogeltjes, verdeeld over niet minder dan 35 soorten. Broedseizoen “Daar gaat best wat tijd in zitten”, vertelt Hazendonk. “Ik heb buiten acht vluchten (hokken). In elk daarvan worden in het broedseizoen 25 nestkastjes gehangen. De kooien worden elke week schoongemaakt en de vogels krijgen elke dag vers water en vers voer. Bijna elke soort heeft zijn eigen voer, en als ik het dienblad bij ze zet ben ik net een medewerker van Tafeltje Dekje. De insecteneters krijgen meelwormen. Dat is de schoonste worm die er is, en ik voer die liever dan maden. Om de drie weken koop ik een kilo in Culemborg, elke keer toch 15 euro. Ook de zaden zijn niet goedkoop, en omdat ik zoveel vogels heb is dit best wel een prijzige hobby.” Veelzijdig lid Als kweker van 35 verschillende vogelsoorten is Jan Hazendonk het meest veelzijdige lid van De Vogelvriend. Op de vraag waarom hij er zo veel heeft antwoord hij dat hij elke vogel mooi vindt, zelfs een doodgewone mus. En als hij ze eenmaal heeft kan hij er geen afstand van doen. Ooit was het toegestaan om echte wildsoorten als sijs, putter, groenling en kneu ongeringd in het hok te mogen hebben. Er werden echter hele kolonies gevangen door degenen die daar handel in zagen. Tegenwoordig mag een kweker ze wel hebben, als ze maar zijn geringd. In de lange tijd als kweker van vogeltjes heeft Jan Hazendonk al heel wat prijzen gewonnen. Hij weet bij benadering niet hoeveel bekers hij wel niet heeft, en hij is er ook lang niet meer zo fel op als in de beginjaren. Met een Mexicaanse kernbijter werd hij een keer derde bij de Nederlandse kampioenschappen. Het meest trots is hij echter op de oorkonde die hij kreeg toen hij er, als eerste in ons land, in slaagde nakomelingen te kweken van de tropische Kalabuulbuul. Peter Verbeek