Jarenlange celstraffen geëist tegen verdachten woningoverval op 98-jarige Krimpenaar

ROTTERDAM/KRIMPEN A/D IJSSEL • Als het aan het Openbaar Ministerie (OM) ligt, gaan twee twintigers die worden verdacht van een brute woningoverval in Krimpen aan den IJssel voor jaren de cel in. 

Het tweetal verscheen woensdagochtend voor de rechtbank in Rotterdam. Zij zouden in de vroege ochtend van 18 mei 2019 de woning van het 98-jarige slachtoffer aan de Vijverlaan zijn binnengedrongen. Ze sleurden de hoogbejaarde man door het huis, rukten de alarmknop van zijn arm en plaatsen hem op een stoel om vervolgens een pistool op zijn voorhoofd te zetten. Hierna doorzochten ze het huis. Uiteindelijk gingen ze er vandoor met twee ringen en 50 euro boodschappengeld.

Angstig
De overval had een enorme impact op het hoogbejaarde slachtoffer. Hij was angstig geworden, sliep slecht en viel kilo’s af. In april overleed hij, op 99-jarige leeftijd. Ruim vier maanden na de overval hield de politie de twee verdachten van 27 en 22 aan. De oudste van de twee, Abdessamad el K., hoorde acht jaar cel tegen zich eisen. Voor Imad F. hangt een celstraf van zeven jaar en zes maanden boven het hoofd. Beide mannen ontkennen hun betrokkenheid bij de zaak. 

Volgens de officier van justitie ligt er meer dan genoeg bewijs om de mannen te veroordelen. Hij wees op de dna-sporen van El K. die zijn aangetroffen op de mouw van de badjas van het slachtoffer en op een handschoen die in de woning is aangetroffen. Van F. vond men een afdruk van z'n handpalm op de voordeur. Bij hem thuis lagen een Black Bananas broek en een The North Face jas. Op bewakingsbeelden, gemaakt in de portiek van de flat, is te zien dat één van de daders deze kledingstukken droeg. 

Er liggen ook verklaringen van getuigen die de twee jongemannen op de ochtend van de overval met een auto hard hebben zien wegrijden. En er is nóg meer informatie die duidt op hun betrokkenheid. Een zendmast in de buurt van de Vijverlaan pikte rond het tijdstip van de overval het signaal op van de telefoon van één van de verdachten. 

Tip
De verdachten, buurtgenoten van elkaar, ontkenden ook maar iets te maken te hebben met de woningoverval. Gek genoeg gaf F. wel toe die ochtend voor de deur van het slachtoffer te hebben gestaan. Hij had namelijk een tip gekregen dat er een kluis met veel geld in de woning aanwezig zou zijn. Door een anti inbraakstrip lukte het niet om binnen te komen. “We zijn daarom na tien minuten weggegaan.”

De jongen met wie hij zou hebben geprobeerd in te breken was niet El K. “We hebben alleen zijn auto geleend, meer niet.” Wie dan wel de tweede persoon was, wilde F. niet kwijt. “Ik ga niemand verlinken.” El K. bevestigde het verhaal van de medeverdachte. Hij zou in de nacht voor de overval in een ‘draaihuis’ zijn geweest in Rotterdam-Zuid, om drugs te verkopen. “Ik heb mijn auto aan F. uitgeleend, dat deed ik wel vaker. Pas na mijn aanhouding hoorde ik van die overval.”

De officier noemde de verklaringen van de twee verdachten ongeloofwaardig. Hij vroeg zich af of de verdachten wel beseften wat ze het slachtoffer hebben aangedaan. “De ernst en lafheid behoren tot buitencategorie. Hoe diep moet je zinken om een 98-jarige te overvallen.” De hoogbejaarde man had verklaard zich flink te hebben verzet. Ze moesten 'm maar doodschieten, had 'ie gezegd. “Hij was dapper. Dat staat in schrik contrast tot de lafheid van de daders.”

Brildragend
De advocaten van beide verdachten vroegen om vrijspraak. Bénédicte Ficq wees de rechtbank erop dat haar cliënt El K. brildragend is en niets kan doen zonder zijn bril. Op de bewakingsbeelden droeg geen van de daders een bril. El. K. is bovendien enige tijd getapt door de politie. “Hij waande zich onbespied, maar nooit is tijdens die telefoongesprekken gesproken over deze overval. Dat is toch vreemd.” Ook wees ze op de ontlastende verklaring van medeverdachte F.

En de dna-sporen? Ficq: “Het gaat om een mengprofiel. Dat betekent dat er in die sporen ook dna aanwezig is van andere personen. Je kunt je dus afvragen of hij dé dader is geweest. En als je de identiteit van de dader niet met zekerheid kunt vaststellen, verdient mijn cliënt het voordeel van de twijfel.” Advocaat Van Gestel, die F. bijstond, zag evenmin genoeg bewijs. Er is dan wel een afdruk van zijn handpalm gevonden, maar er is geen dna van hem gevonden in de woning. 

Het slachtoffer hield aan de overval een paar blauwe plekken over. Hij had meer last van de emotionele gevolgen van hetgeen hem was overkomen, zo liet de familie via een slachtofferverklaring weten. Zijn vertrouwen was weg, hij durfde niet meer naar buiten en belde vaker voor hulp. Ook stopte de man met autorijden en wilde hij niet meer naar zijn vakantiehuisje. De familie zag hem snel achteruitgaan. Het verlies van zijn trouwring en zegelring, die de overvallers met behulp van boter van zijn vingers hadden gehaald, deed ‘m misschien wel het meeste pijn. “Wij hadden mijn opa een betere laatste tijd gewenst”, sprak zijn kleindochter na de urenlange zitting.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.