Partij voor de Dieren mengt zich in discussie ‘MooiMekkerland’
Algemeen
901
keer gelezen
DEN HAAG/STOLWIJK • De voorgenomen uitbreiding van geitenboerderij MooiMekkerland in Stolwijk moet aan banden worden gelegd. Dit stelt de Partij voor de Dieren, die vindt dat de provincie moet optreden.
De uitbreiding van de geitenboerderij aan de Koolwijkseweg 6 is illegaal, stelt de Partij voor de Dieren in een persbericht: 'De eigenaar zou nu al meer geiten houden dan is toegestaan en zou sinds 2010 diverse overtredingen hebben begaan op zijn terrein en milieudelicten hebben gepleegd. Omwonenden hebben daar tegen geprotesteerd. De provincie Zuid-Holland heeft in mei van dit jaar een verordening aangenomen waarin staat dat uitbreiding of ingebruikname van bebouwing van een bestaande geitenboerderij niet is toegestaan, tenzij het aantal geiten niet toeneemt'.
In vragen aan Gedeputeerde Staten wil de Partij voor de Dieren onder andere weten of het klopt dat MooiMekkerland nu al meer geiten heeft dan volgens de vergunning is toegestaan. Verder vraagt de partij aan Gedeputeerde Staten of zij contact hebben gehad met de gemeente Krimpenerwaard over deze situatie.
Tenslotte wil de Partij voor de Dieren dat het provinciebestuur maatregelen neemt om de illegale situatie en uitbreiding van de geitenboerderij te stoppen.
Noodzakelijk
Eerder berichtte Het Kontakt al dat de gemeente Krimpenerwaard weliswaar een groot aantal overtredingen heeft vastgesteld bij geitenboerderij MooiMekkerland, maar vanwege 'noodzakelijke agrarische bedrijfsvoering' eigenaar Gerben Verhoef ruimte wil bieden voor uitbreiding en aanpassingen.
'Er is concreet zicht op legalisatie', stelt het gemeentebestuur in een brief aan de eigenaar en diverse omwonenden. Het gaat om het toestaan van een tweede stal, een kavelpad, verharding van het bouwoppervlak en een brug.
De gemeente gaat wel handhaven tegen overtredingen binnen het bestemmingsplan. Verhoef wordt gemaand om tussen januari en juni 2019 een woongedeelte te ontmantelen, zijn mechanisatiebedrijf op het terrein te beëindigen en met de opslag van mest in de buitenlucht te stoppen. Als de eigenaar dat binnen de gestelde termijnen achterwege laat, worden alsnog dwangsommen opgelegd.