Minibike: Ruben wil Rossi achterna

LOPIK • In het NK Minibike behoort de 10-jarige Ruben Bijman uit Lopik tot de beste coureurs. Hij zou zo maar eens Nederlands Kampioen kunnen worden. “Dat ga ik in ieder geval wel proberen”, zegt de snelste groep 6-leerling van de Jan Bunnikschool. “Dan zal ik Damiën Boeskool en Ronin Faber voorbij moeten. Zij zijn mijn grote concurrenten.”

Speciaal voor het interview en het bijbehorende ‘plaatje’ heeft Ruben zijn mini-bike meegenomen naar school. En dat trekt natuurlijk veel bekijks. Een groepje nieuwsgierige onderbouwleerlingen staat om Ruben heen. “Dát is een kleine motor!”, zegt één van hen. Ruben glimlacht. Zijn schoolgenootje heeft gelijk. Een minibike is eigenlijk een racemotor op schaal, met een cilinderinhoud van 49 cc en een topsnelheid van rond de 85 kilometer per uur. Wedstrijden vinden plaats op speciale circuits of kartbanen. Voor het NK rijdt Ruben Bijman bijvoorbeeld op het nieuwe circuitpark van Assen, in Staphorste en in Stadskanaal. Elke NK-race bestaat uit twee manches waarin punten te verdienen zijn. In totaal staan negen wedstrijden op het programma. Wie de meeste punten heeft vergaard mag zich Nederlands Kampioen noemen.

Titel

Ruben Bijman leek na twee wedstrijden hard op weg om die titel in de wacht te slepen op zijn DM. “Ik lag na die races eerste in het tussenklassement”, vertelt de jonge Lopikenaar. “Maar daarna kreeg ik wat pech. Eén keer kwam er een scheurtje in mijn carburateur. Daardoor kon ik op het rechte eind niet hard genoeg meer rijden. Ook liep de ketting er af na een val in een bocht. Ik ben daarna wel weer opgestapt, maar ik had toen al heel wat plaatsen verloren.”

Desondanks voelt Ruben dat er veel progressie in zijn optredens zit. “Ik durf al veel meer dan toen ik twee jaar geleden met minibike-racen begon”, zegt hij. “Toen was ik wel eens bang om anderen in te halen. Nu niet meer. Ook is mijn bochtentechniek flink verbeterd.”

Zijn liefde voor de motorsport heeft Ruben Bijman niet van een vreemde. “Mijn vader is net zo enthousiast als ik”, vertelt hij. “Toen ik wilde gaan racen ging pa naar Arie Molenaar -een bekend motordealer en oud-coureur in IJsselstein, red.- om daar voor mij een Honda NSF te kopen. Maar dat ging niet door omdat je negen moet zijn om daar op te mogen rijden. Meneer Molenaar raadde daarom een minibike aan. Ik racete eerst op een Blata, maar heb nu een DM. Die is beter. Maar hierna stap ik over op de Honda NSF. Dat is een 100 cc viertakt met een topsnelheid van 110 kilometer per uur. Op die machine kan ik daarna wel weer even vooruit. En wat er daarna komt? Je zou mee kunnen doen in de Moriwaki Klasse of rijden in de Gamma Cup. Maar dat is nog ver weg.”

Rossi

Uiteindelijk hoopt Ruben Bijman terecht te komen in de koningsklasse van de internationale wegracewereld: de Moto GP. “Ik ben een enorme fan van Valentino Rossi”,  zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. “En Jorge Lorenzo vind ik ook erg goed. Die zie ik liever dan Marquez, hoewel die alles wint dit seizoen.”

Jan Timmer