Van der Wal: 'Zorg meer lokaal regelen'
Algemeen
607
keer gelezen
KRIMPEN A/D IJSSEL • Om meer grip te krijgen op de almaar toenemende uitgaven in het sociaal domein (Wmo en Jeugdzorg) wil wethouder Hugo van der Wal de zorg zo veel mogelijk lokaal regelen.
Het Krimpens Sociaal Team krijgt, als het aan Van der Wal ligt, in de nabije toekomst een grotere rol. "Medewerkers van dit team weten vaak precies welke zorgbehoefte cliënten hebben. Zij kunnen maatwerk leveren. Als het niet lukt om de zorg lokaal te regelen, kopen we de zorg regionaal in. Deze manier van werken is veel doeltreffender en efficiënter. Het scheelt ook aanzienlijk in de kosten."
Van der Wal was deze zomer druk met het opstellen van het plan dat de titel Kracht van Krimpen, krachtig verder 2020-2025 heeft gekregen. "Er was gelukkig al veel voorwerk gedaan door het vorige college. Uitgangspunt is dat we de zorg 'persoonlijker' regelen. We gaan niet zuinig, maar op een verstandige manier hulp bieden. Als iemand bijvoorbeeld te lang gebruik maakt van de Wmo moeten we weten hoe dat komt."
Eigen bijdrage
Eén van de oorzaken van de tekorten in het sociaal domein is de regeling rond het Wmo-abonnementstarief. Dat is een vast tarief dat Wmo-cliënten per maand betalen als eigen bijdrage aan voorzieningen als een traplift, scootmobiel of huishoudelijke hulp. Als het aan Van der Wal ligt, gaat de regeling snel op de schop. "Het kost de gemeenschap gewoon teveel geld."
Met name het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp is sinds de invoering van het abonnementstarief in 2019 flink toegenomen. Dat ook huishoudens uit de rijkste postcodegebieden in Krimpen aan den IJssel er gebruik van maken, roept bij Van der Wal gemengde gevoelens op. "Iedere inwoner kan een beroep doen op de Wmo, maar het wringt natuurlijk als je weet dat deze mensen in een vrijstaand huis wonen met een dikke auto voor de deur."
Hij adviseert ouderen om voorzorgsmaatregelen te nemen, bijvoorbeeld door tijdig te verhuizen naar een kleinere woning of appartement zonder drempels en trappen. "Ze zijn dan minder afhankelijk van Wmo-ondersteuning. Bovendien laten veel senioren een eengezinswoningen achter. Dat bevordert de doorstroming."
Floris Bakker