Wrijving tussen kerk en gemeente over keuring panden

LEKKERKERK • Het college van B en W van de gemeente Krimpenerwaard heeft meer tijd nodig om de consequenties van de uitspraak van de rechter over uitbreiding van Johanneskerk in Lekkerkerk te bestuderen.

Deze stelde dat de omgevingsvergunning niet onder de huidige voorwaarden mag worden verstrekt. Daarmee kwam de rechter tegemoet aan de eisen van omwonenden van het Kerkplein. Voor wethouder Leon de Wit was dat dinsdagavond reden om het kredietvoorstel voor de aankoop van twee panden - waarmee de uitbreiding van de kerk zou worden gefinancierd - op te schorten.

Inmiddels is enige wrijving ontstaan tussen het kerkbestuur en de gemeente. Aanleiding is een bouwtechnische keuring van de twee panden. Kerkbestuurslid Langerak was vooral verbaasd over de zinsnede in het rapport dat de gemeente na inspectie van RPS uit Delft zou kunnen besluiten onder de koop uit te komen.

Langerak had graag willen inspreken over de ontsnappingsclausule tijdens de commissie, maar zal dat in een later stadium doen. RPS uit Delft, een onafhankelijk advies- en ingenieursbureau, heeft overigens geen gebreken geconstateerd. "Wat ons de wenkbrauwen heeft doen fronsen is de formulering van de opdrachtverlening en de vervolgstappen hierbij. In het rapport staat dat 'het doel van deze inspectie was om achterstallig onderhoud te bepalen waardoor een beroep zou kunnen worden gedaan op een ontsnappingsclausule in het koopcontract", aldus Langerak.

Asbest
De gemeente informeerde eveneens naar de aanwezigheid van asbest. RPS Delft stelt dat ook met dit aspect geen aanspraak kan worden gemaakt op de ontsnappingsclausule in het koopcontract.

Langerak: "Hier is naar onze mening dus geen sprake van een normale, gebruikelijke bouwkundige inspectie met het doel iets over te nemen. Uit mijn gesprek met de onderzoeker bleek ook dat de gemeente veelvuldig contact heeft gehad over de inhoud van het rapport. Overigens heeft de onderzoeker ook via de kelder naar de fundering gekeken. Hij verzekerde mij dat er niets aan de hand is. Wij zijn niet overtuigd van de goede bedoelingen wanneer op aandringen van de portefeuillehouder na een deskundige inspectie vervolgens weer een funderingsonderzoek wordt gewenst. Overigens was zonder overleg reeds door een bedrijf een offerte hiervoor uitgebracht."