Basisschool in Alblasserdam na dodelijke drama’s: ‘We praten erover en zijn extra alert’

ALBLASSERDAM • Op Alblasserdamse basisscholen werd op maandag 9 mei, de eerste dag na de meivakantie, aandacht geschonken aan de twee dodelijke drama’s die het dorp getroffen hebben op vrijdag 6 mei.

Op die dag overleden binnen enkele uren twee jonge vrouwen van 18 en 19 jaar na een scooterongeluk en werden ’s morgens een vrouw van 34 jaar en een meisje van 16 doodgeschoten bij zorgboerderij Tro Tardi. Twee anderen raakten zwaargewond bij de schietpartij op de Alblasserdamse zorgboerderij.

Middenin de wijk
“Wat moeten we doen als school?, vroeg ik me vrijdag af, toen ik hoorde van de schietpartij en de kinderen die daar mogelijk bij betrokken waren”, vertelt directeur Gerrit Kamp van christelijke basisschool Het Kompas. De school ligt middenin de wijk Kinderdijk, waar het schietincident plaatsvond. Veel wijkbewoners hadden ’s morgens appjes gekregen dat ze thuis moesten blijven omdat de schutter nog vrij rondliep. Dat zorgde voor angstige momenten.

Gerrit Kant overlegde diezelfde middag nog met wijkagent Martin Stam en die vertelde hem dat de school niet nodig was in de opvang van slachtoffers of voor nazorg. “Omdat we begrepen dat er geen kinderen van de school direct betrokken waren bij de schietpartij, hebben we vrijdag en in het weekend geen contact gezocht met de ouders.”

Personeel bij elkaar geroepen
De directeur van de school met de bijbel riep wel zijn personeel op maandagochtend bij elkaar. Voordat de lessen zouden beginnen, vond Gerrit Kant het belangrijk dat iedereen van de staf zijn of haar hart zou kunnen luchten. Ook konden eventuele vragen beantwoord worden en werden er afspraken gemaakt over de manier waarop erover gesproken zou gaan worden in de klassen.

Gerrit: “We hebben afgesproken dat we in elke groep de tijd en de gelegenheid zouden nemen om erover te praten, maar dat we het initiatief ervoor voor het grootste deel bij de kinderen zouden laten liggen. Als zij met verhalen komen, is dat prima. Uiteindelijk is er in elke klas aandacht voor geweest, in sommige klassen wat meer dan in andere.”

Mail naar de ouders
Vlak voordat de lesdag erop zat, heeft hij nog een mailtje gestuurd naar de ouders, met daarin de mededeling dat er op school over gesproken is. “Ook vroegen we aan ouders en verzorgers om extra alert te zijn op de kinderen en of ze het goed verwerken. Maar dat doen vrijwel alle ouders natuurlijk wel uit zichzelf. Als ze willen doorpraten of behoefte hebben aan nazorg, kunnen ze dat bij ons melden. Dan brengen we ze in contact met instanties die daarvoor deskundig zijn.”

“De komende week houden we zoveel mogelijk het gewone ritme aan met de kinderen. We blijven gelegenheid geven om erover te praten en willen aandacht houden voor de verwerking bij de kinderen, maar we willen het ook weer niet opblazen. Het zal voor veel kinderen en hun ouders wel even duren voordat ze dit een plekje kunnen geven. Als dat ooit helemaal lukt. We zijn extra alert.”