Papendrechtse wethouder Kees de Ruijter is reservist in Albert Schweitzer ziekenhuis

PAPENDRECHT • Patiënten van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordt lopen sinds kort de kans dat zij de Papendrechtse wethouder Kees de Ruijter aan hun bed treffen.

Als reservist staat Kees de Ruijter vanwege de coronacrisis de zorg bij, sinds 3 mei. Hij helpt op de afdeling cardiologie van het Dordtse ziekenhuis.

Verpleegkundige
De Ruijter werkte in de zorg voordat hij drie jaar geleden wethouder werd. “De laatste jaren werkte ik in het management, ik ben ooit als verpleegkundige begonnen”, vertelt hij. “Mijn BIG-registratie heb ik behouden. Toen het de ziekenhuizen vorig jaar over de schoenen liep, heb ik me aangemeld. Ik ben toen een keer gebeld met de vraag of ik de volgende ochtend naar Uden kon, maar dat kreeg ik niet geregeld.”

Proeftuin
Het bleef vorig jaar bij dat ene telefoontje. De Ruijter legt uit: “Doordat de ziekenhuizen bij de eerste golf werden overvallen door de grote zorgvraag, was er geen tijd om een systeem op te zetten voor de inzet van vrijwilligers. Nu zet Stichting Extra ZorgSamen de Nationale Zorgreserve op. Het Albert Schweitzerziekenhuis doet mee aan een proeftuin die maandag 3 mei is gestart, het Beatrixziekenhuis in Gorinchem gaat over ongeveer een week ook meedoen. Het is de bedoeling dat ervaringen uit de proeftuinen gebruikt gaan worden om overal in het land poules te vullen.”

Bedden verschonen
De zorgreservisten kunnen verschillende activiteitenpakketten uitvoeren. Er zijn vier pakketten, ingedeeld naar zwaarte en variërend van het verlenen van basiszorg waar geen BIG-registratie voor nodig is tot bijvoorbeeld het uitdelen van medicijnen door oud-verpleegkundigen die hun BIG-registratie nog hebben. “Ik heb geholpen met het wassen van patiënten, bedden verschonen en het controleren van bloeddruk en temperatuur. Het team vond het in het begin lastig om ons opdrachten te geven. Voor hen was het ook spannend. De sfeer was geweldig en we werden heel goed opgevangen.”

Angst en onzekerheid
Het ziekenhuis koos ervoor de reservisten niet op een corona-afdeling in te zetten omdat inwerken daar lastiger is. “Als je helemaal ingepakt bent in beschermende kleding, is communiceren lastiger. Je moet eerst de cultuur van het ziekenhuis leren kennen. Het verbaast je hoe snel je alles weer oppikt. Bij de krijgsmacht ben ik ook reservist geweest, daar was dat ook zo. Patiënten zijn in veertig jaar niet veranderd; angst en onzekerheid zijn er nog steeds.”

Moreel verplicht
Als oud-reservist van de krijgsmacht vergelijkt De Ruijter de pandemie met een oorlogssituatie. “Ook bij oorlog is het: alle hens aan dek. Je moet voorbereid zijn. Op het moment dat er een oorlog woedt, heb je geen tijd voor het treffen van extra maatregelen. In de ziekenhuizen wordt de pandemie nog elke dag gevoeld. Ik voelde me moreel verplicht daar iets aan te doen. Ik wil straks wel op de lijst van de Nationale Zorgreserve.”

Natuurramp
De wethouder vindt dat er voor crisistijden in de zorg altijd reservisten klaar zouden moeten staan. “Binnen de zorg is er nu geen opschalingscapaciteit. Je moet een back-upsysteem ontwikkelen. Als deze pandemie over is, zou de volgende zomaar weer de kop op kunnen steken. Door de manier waarop we omgaan met de natuur en het vele reizen blijft het niet lang goed gaan. Ook door een natuurramp kan het water je aan de lippen komen te staan. We hebben te veel bezuinigd op de zorg de afgelopen jaren.”

Minder fietsen
Werk in het ziekenhuis is prima te combineren met zijn werk als wethouder, vindt De Ruijter. “Wethouder ben je in feite 7 keer 24 uur. Maar je hebt natuurlijk vrije tijd. Veel wethouders staan in hun weekend langs het voetbalveld of gaan fietsen. Ik ga nu even wat minder fietsen. Ik doe het in goed overleg met collega’s op het gemeentehuis.”

Opkomstverplichting
“Van het ziekenhuis krijg je aan begin van een periode een overzicht van diensten die nodig zijn, daar kun je op inschrijven. Bij de zorgreserve was er een minimale opkomstverplichting van ongeveer 100 uur per jaar. Vorige week heb ik 16 uur in het ziekenhuis gewerkt. Het kan zijn dat ik de komende tijd ook late diensten of weekenddiensten zal doen. Als het van beide kanten goed bevalt, kan het zijn dat we op andere afdelingen aan het werk gaan en zelfs regionaal opschalen.”