Vragen over kosten en handhaving vergunningparkeren Kinderdijk
Algemeen
421
keer gelezen
ALBLASSERDAM • De Alblasserdamse politiek stelde dinsdagavond vragen over de handhaving en het verrekenen van de kosten van het vergunningparkeren in Kinderdijk en de West Kinderdijk in Alblasserdam.
De invoering van het vergunningparkeren – in Kinderdijk zijn de vergunningEN al uitgedeeld door de gemeente Molenlanden, aan de West Kinderdijk gebeurt dit vrijdag 2 oktober – kon op tevreden reacties van de commissie Grondgebied rekenen.
“Maar hoe gaan we dit handhaven en wie gaat dit betalen?”, vroeg Orhan Yilmaz (PvdA) zich af. Een vraag die bij meerdere fracties leefde. Ook bleek er behoefte aan een evaluatie in 2021.
Waarschuwen
Herman Verweij (VVD) had daarnaast vraagtekens het tijdstip van het invoeren. “We gaan nu een maand waarschuwen, komen dan in de wintermaanden waarin het aantal toeristen en dus de overlast laag zal zijn en gaan dan wellicht weer een maand waarschuwen als het nieuwe seizoen begint. Waarom voeren we het daarom niet in het voorjaar in?”
Wethouder Arjan Kraijo lichtte toe dat dat op verzoek van de inwoners zelf was. “In de coronamaanden zagen we een groeiend aantal dagjesmensen die op eigen gelegenheid met de auto kwamen. De overlast was op een gegeven moment net zo groot als voor de coronacrisis. Op verzoek van de bewoners van Kinderdijk en de West Kinderdijk hebben we daarom besloten het naar voren te halen, omdat we inderdaad pas met de start van het nieuwe seizoen het vergunningparkeren in wilden voeren.” Een evaluatie zegde hij zonder meer toe.
Jammer
De handhaving is samen met de gemeente Molenlanden opgezet en zal door BOA’s worden uitgevoerd. “De opbrengsten gaan niet naar de gemeentes, maar naar het CIB. Dat vinden we erg jammer, want wij maken wel de kosten."
Kraijo vervolgde: "Wel is het zo dat op termijn via de inkomsten van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk de investering wordt teruggehaald. Dit hebben we gezien de grote afname van de opbrengsten van de Swek door corona nu niet gedaan. Het is nu een soort voorfinanciering; we houden goed bij welke kosten te maken om die later daadwerkelijk terug te krijgen.”