Afbeelding

Nico Vuurens zwaait af in Ronde van Noordeloos

Sport 126 keer gelezen

NOORDELOOS • Nico Vuurens rijdt op maandag 30 juli zijn laatste officiële wielerwedstrijd. Op zijn favoriete, bochtige parcours in Noordeloos sluit de veertigjarige -geboren en getogen- Meerkerker zijn uiterst succesvolle wielercarrière af. In de afgelopen zeventien jaar boekte Vuurens maar liefst 109 overwinningen. “Geheel volgens planning zou ik tot aan de zomervakantie fietsen en in Noordeloos mijn laatste wedstrijd rijden. Maar het voorjaar ging zo slecht, dat ik een paar weken geleden besloot per direct te stoppen. Ik durfde, zoals vroeger, niet meer vol mee te gaan met de kopgroep. Als je niet goed op de fiets zit en in feite maar een beetje aanmoddert, moet je stoppen. Het is niet anders”, aldus een realistische Nico Vuurens. De beslissing om anderhalve maand eerder af te stappen, leverde heel veel reacties op. “Dat had ik niet verwacht en toen zelfs op mijn werk burgemeester Van Ee kwam vragen om ‘toch maar even Noordeloos nog te doen’, ben ik overstag gegaan. Noordeloos is een mooi rondje, met altijd veel publiek. Ook uit Meerkerk. Ik ben er dus bij. Verwacht van mij geen korte eindklassering, maar als alles meezit en ik beland in een kopgroepje… Overbelaste knie In de editie van 2011 kwam Nico Vuurens zwaar ten val in de straten van Noordeloos. Het begin van alle ellende. “Anderhalve week later weer. In vliegende vaart knalde ik in Beverwijk op een groepje renners. De schrik zat er goed in. En dat heeft ongetwijfeld ook met mijn leeftijd te maken. Het goed verlopen eerste halfjaar kreeg geen vervolg. Het seizoen ging als een nachtkaars uit. Ik had mijn zinnen gezet op een mooi afscheid in 2012, maar de winter gooide roet in het eten. Door kou en regen kon ik niet op de weg trainen. Op de mountainbike probeerde ik toch mijn uurtjes te maken. Maar mijn knie raakte overbelast.” Rabobank Toch kan hij terugkijken op een prachtige tijd. “Als ik het over zou kunnen doen, zou ik wel direct beginnen met wielrennen. Spijt heb ik niet van mijn eerdere schaatscarrière, maar als ik had geweten dat ik zo goed kon wielrennen... Voor de top van de smalle schaatswereld was ik niet goed genoeg. Op het NK-allround van 1994 behaalde ik mijn beste resultaat, een twaalfde plaats. Ids Postma werd kampioen, voor Rintje Ritsma en Bart Veldkamp. Als voorbereiding op weer een nieuw schaatsseizoen stapte ik over op de fiets. Mijn eerste wedstrijd in het Friese Houtigehage won ik. Niet veel later nog twee overwinningen. Ik merkte dat ik potentie had en ik besloot definitief te gaan wielrennen. De Rabobank heeft later nog interesse getoond, maar ik was toen al 26 jaar en te oud voor een profcontract.” Jump Vuurens boekte de ene na de andere zege. “Ik ben geen sprinter, maar ik moet het hebben van de extra versnelling. De jump vanuit de kopgroep is mijn wapen. Na 25 overwinningen letten ze op je en dan moet je variëren. Niet meer op het geijkte moment, drie kilometer voor het einde. Maar eerder en zelfs halverwege de koers wegrijden. Dat lukt natuurlijk alleen als je top bent. Zoals in 2009, toen ik twaalf overwinningen boekte. Vroeger reed ik op alles. Ik wilde de leidersprijs winnen, de eindoverwinning pakken en ook nog zoveel mogelijk premies ophalen. De laatste seizoenen heb ik anders gekoerst. Meer bekeken en af en toe een rustdag. Dat moet ook wel, want de wielerwereld is behoorlijk veranderd. Vandaag de dag zijn er veel meer profiteurs. Vroeger kon je afspraken maken. Nam je een mindere renner mee naar de finish, dan liet hij je wel winnen. Nu word je in het zicht van de aankomstlijn regelmatig geflikt. De laatste jaren wordt de ongeschreven regel van ‘niet mee op kop rijden, is niet mee sprinten’ niet meer gerespecteerd”, zegt een plotseling niet meer rustige Nico. “Maar het liefst wilde ik alleen aankomen en dat lukte vaak. De 100e overwinning duurde wel eventjes, onbewust houd je er toch rekening mee. De teller stokt bij 109; jammer, want 110 was leuker geweest.” Trainen Wat Nico in de nabije toekomst gaat doen, weet hij nog niet. “Voorlopig blijf ik trainen. Eén dag niet fietsen gaat nog wel, maar de tweede dag wordt mijn lichaam onrustig en heeft het inspanning nodig. Met mijn vaste vrienden uit het dorp, Teus Vink en Dirk ’t Lam, blijf ik mijn rondjes rijden. Alblasserdam rond en weer naar huis. Maar niet meer elke dag anderhalf tot twee uur trainen om goed te zijn in het seizoen; die tijden zijn voorbij.” Theo Sprong

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Download onze app

Heb jij de app van Het Kontakt al?

Al het nieuws uit jouw regio
Direct op de hoogte
Gratis downloaden

Download onze app

Heb jij de app van Het Kontakt al?

Al het nieuws uit jouw regio
Direct op de hoogte
Gratis downloaden