Merijn Korevaar tekent contract bij Rabobank

GROOT-AMMERS • Een jongensdroom is uitgekomen voor Merijn Korevaar. Vanaf het nieuwe wielerseizoen verruilt het achttienjarige wielertalent uit Groot-Ammers het vertrouwde shirt van Jan van Arckel voor het oranje van het Rabo Continental Team. Een mooie promotie, want in het verleden is Rabo een goede kweekvijver gebleken voor de Nederlandse en internationale wielerwereld. Want ook Karsten Kroon, Pieter Weening, Joost Posthuma, Thomas Dekker, Lars Boom en niet te vergeten Robert Gesink en Bauke Mollema werden opgeleid bij de nieuwe ploeg van Korevaar. “Ik heb dan ook niet lang hoeven nadenken, toen ik ruim een maand geleden werd gevraagd de overstap naar de Rabobank te maken”, lacht Merijn Korevaar net terug van veertien dagen vakantie. Hoewel vakantie? “Van juniorenbondscoach Aart Vierhouten heb ik een trainingsschema meegekregen. En dat betekende in Frankrijk drie dagen trainen en een dag rust. We zaten onderaan de Alpen. Ik heb hard gewerkt. Dat moest ook wel, want alles is nu gericht op het WK Junioren eind september in Zuid-Limburg. Meestal reed ik ’s ochtends om 11 uur weg en was een uurtje of vier later weer terug. Ik at dan iets en ging daarna op bed liggen. Soms fietsten mijn ouders en zusjes mee”, glimlacht de bescheiden Korevaar. Pesselse Korevaar begon zijn wielercarrière een kleine tien jaar geleden. Vader Jan, zelf verdienstelijk oud-renner maar vooral bekend als langeafstandsloper, weet het nog als de dag van gisteren. “Hij stapte na een dikkebandenrace af op Bert Pesselse (toenmalig voorzitter van wielerclub Jan van Arckel – TS) en zei zonder blikken of verblozen dat hij wielrenner wilde worden én wereldkampioen.” Het sporten en het wielrennen in het bijzonder zit bij de Korevaars in het bloed. Moeder Wilma reed tot voor kort bij de Elitedames zeer verdienstelijk haar wedstrijden. “Zowel Jan als ik zijn nauw betrokken bij de jeugdploegen van Jan van Arckel, logisch met drie fietsende kinderen. Niet alleen Merijn kan goed fietsen, maar ook onze jongste dochters Jeanne en Thirza.” Allround Het volgend seizoen zullen pa en moe Korevaar hun zoon Merijn los moeten laten. “Dat was de afgelopen jaren ook al”, legt Merijn uit. “Vanaf de juniorentijd zit ik in de nationale selecties en ben dus al vrij veel van huis. In mijn eerste jaar heb ik mij behoorlijk in de kijker gereden en ook dit seizoen was, met veel internationale wereldbekerwedstrijden, goed. Zo heb ik dit jaar in Istrië, Tsjechië en Luxemburg gekoerst. Parijs-Roubaix was ook een mooie ervaring. Helaas reed ik drie keer lek, want anders had ik ongetwijfeld een plek in de top 10 en misschien wel meer kunnen halen. Echte topuitslagen heb ik niet gereden, behalve dan een tweede plek op het NK in Exloo. Kennelijk ben ik weer opgevallen bij de Rabobank. Ik ben een echte allrounder, kan goed op het vlakke rijden maar ook klimmen. En een zware klassieker ligt mij ook wel. Bovendien ben ik aanvallend ingesteld en geef niet snel op.” Fan Een echte fan van een bepaalde wielrenner is Korevaar niet. “Ik mij ook niet aan andere, veel meer ervaren, renners spiegelen. Die hebben een hele loopbaan achter de rug, ik begin pas. Mijn moeder vergelijkt mij weleens met Niki Terpstra, ook van die lange benen. Haha. Zelf houd ik meer van klassementrenners zoals in zware koersen als de Tour de France, toch de absolute top van het wielrennen.” De komende tijd gaat er veel veranderen voor de jongeman. “Mijn vaste baan als timmerman bij Bas Verspuy Bouwsystemen heb ik opgezegd. Ze gingen er gelukkig heel makkelijk mee om, ook omdat ze zelf van wielrennen houden. Op basis van een nul-urencontract kan ik één of twee dagen blijven werken en houd ik op die manier feeling met mijn vak. Maar ik moet deze beslissing gewoon nemen. Ik heb altijd gezegd dat als de Rabobank belt, dan ga ik er gelijk naar toe. Het contract heb ik inmiddels binnen. Net terug van vakantie heb ik nog geen tijd gehad om het dikke pakket met allerlei voorwaarden door te nemen, maar ik ga zo snel mogelijk  tekenen om mij vervolgens weer te concentreren op het naseizoen. Komend weekend rijd ik een driedaagse etappekoers in Luik, met het oog op het WK bewust veel klimwerk. Officieel ben ik nog niet geselecteerd, maar mijn programma is in overleg met Vierhouten wel volledig gericht op zondag 23 september. Na Luik volgen nog meerdaagse koersen in Duitsland, Italië en België.” Super blij Na hopelijk een succesvol WK krijgt Korevaar eventjes echt rust. “Maar het is zo weer januari. De voorbereiding op het nieuwe seizoen doe ik met mijn huidige ploegmaatjes van Jan van Arckel. Daar waren ze overigens ook super blij. Toch wel een compliment als iemand door kan stromen naar de profs, het levert de club toch weer de nodige publiciteit op.” Streekgenoten als Robin Chaigneau, Mathieu Heijboer, Cornelius van Ooijen en Arno Wallaard gingen hem voor. Erg ver vooruit kijken wil of durft Korevaar niet. “Ik probeer de komende twee jaar veel te leren en goed mee te rijden. En misschien in de profwedstrijden wat te laten zien. Ik heb absoluut geen hoge verwachtingen. Het zou al mooi zijn als Rabobank mijn contract na twee jaar wil verlengen, want na twee seizoenen en dus eind 2014 al doorstromen naar de profploeg is maar voor weinig renners weggelegd.” Groeien Korevaar gaat in feite voort op dezelfde weg, die hij nu al rijdt. “Elk jaar een stukje groeien, tot je er bent en dan weer je doelen bijstellen. Op advies van mijn vader heb ik ook niet alles willen rijden, maar bewust je wedstrijden uitkiezen. Dat gaat straks bij de Rabobank ook gebeuren. De ploegleiding bepaalt tot het Nationaal Kampioenschap de door jou te rijden wedstrijden. Na het NK wordt de balans opgemaakt en wordt de rest van het programma vastgelegd. Het kan dus heel goed zijn dat ik de Arno Wallaard Memorial ook in 2013 niet kan rijden. Het zou wel jammer zijn, want door buitenlandse wedstrijden ben ik nog geen enkele keer aan de start in Meerkerk verschenen.”