Melvin en Dylan van Beuzekom gaan als een speer

AMEIDE • Met Melvin en Dylan van Beuzekom heeft IJsvereniging Alblasserwaard weer twee pareltjes op het ijs. De talenten uit Termei brengen dit seizoen hun pr’s in razend tempo naar beneden en rijden bijna net zo hard als hun vader Aart.

“Een kwestie van tijd en ik kan ze niet meer bijhouden”, lacht een trotse Aart van Beuzekom, die in tegenstelling tot zijn zoons pas op latere leeftijd serieus ging schaatsen. “Ik wilde wel, maar mijn ouders konden mijn schaatslessen eenvoudigweg niet betalen. Pas op mijn negentiende werd ik lid van IJsclub Willem Barendtsz in Streefkerk. Jan de Groot ontdekte mijn talent, met hem ging ik later naar Utrecht.”

Melvin (13) en Dylan (12) zijn er eerder bij. “We hebben eerst gevoetbald. Maar omdat we elke zaterdagochtend om kwart voor zeven in de schaatsbus naar Breda moeten zitten en rond het middaguur pas weer thuis zijn, kwam er weinig meer terecht van voetballen”, vertelt de achttien maanden oudere Melvin.

Kweekvijver

Al na een jaar serieuze schaatsles werden de jongens afgelopen maand mei, na een strenge selectieprocedure, opgenomen in de zogenaamde kweekvijver van YA van trainer Koos Meijer uit Made.

“In de zomer is er vooral op techniek getraind. Diep zitten, sprongen maken, krachtoefeningen met elastiek en niet te vergeten thuis op een plankje proberen je balans te verbeteren. Dat doen we nog steeds. Met succes, want van mijn persoonlijk record op de 500 meter heb ik ruim 7 seconden afgehaald. Ik rijd ‘m nu in 48.27 seconden”, vertelt Dylan vol trots.

Sprinter

De jongste is nog een ruw diamantje. “Hij is te wild en schaatst nog ongestructureerd”, ziet Aart. “Niet erg, want hij is nog jong.” Melvin vult zijn vader maar al te graag aan. “Dylan vergeet ook nog weleens zijn bril bovenop zijn neus te zetten of zijn te grote handschoenen uit te doen. Wel moet ik zo eerlijk zijn dat hij meer talent heeft. Hij schaatst op zijn leeftijd veel harder dan ik deed. Dylan is ook meer sprinter, terwijl ik het liefst alle afstanden rijd.”

“Dat gaat hem heel goed af, want Melvin kan al heel erg vlak rijden. Dat zie je niet vaak op zijn leeftijd. Dylan is op zijn beurt op de sprint een grote uitzondering, bijna niemand van zijn tegenstanders rijdt op de 500 al onder de 50 seconden”, aldus Aart.

Vorig week in Groningen maakte Dylan zijn debuut bij het NK-pupillen. “Ik werd twaalfde, maar dat zegt niets over mijn toekomst. Sven Kramer werd in zijn eerste wedstrijd ook maar dertiende.”

Theo Sprong