Broeds

Snel nog even naar de kippen. Zo’n zinnetje dat dagelijks op repeat staat in mijn hoofd. Dan spoed ik mij over de wal richting de moestuin met wat graantjes en vers water. Gelukkig loopt mijn haast langs de Linge vrijwel altijd vertraging op. Vandaag is het water als aluminiumfolie. De natuur wacht ongeduldig tot zij na een natte winter weer wordt uitgepakt. Als vanzelf denk ik aan cadeautjes en dat brengt me terug op het verjaardagsfeestje van de dag ervoor.

Eén van de gasten is blind. Met een dooi gemak draait hij zijn shaggy. Op de verpakking een tong met afschrikwekkende tumor die aan hem voorbij gaat. Net als de stukjes tabak die al draaiende aan het vuur ontsnappen. Ze glippen weg tussen zijn vingers en vinden dwarrelend een schuilplaats naast zijn voeten. Een hoopje shag op het parket als klein altaar van onbezorgdheid. Na intern beraad of alweer zo’n vraag niet doodvermoeiend is voor een blinde, wint dan toch mijn nieuwsgierigheid. “Is het waar”, vraag ik hem, “dat je beter hoort als je niets ziet?” Naast het stuk taart in mijn mond, kauw ik daarna nog even rustig verder op zijn antwoord. “Nee”, zei hij, “je gehoor is niet per se beter, maar je benut het beter.”

Nog een wereld te winnen, mijmer ik, op een planeet die geregeerd wordt door plaatjes. Dankbaar materiaal voor bangmakerij, manipulatie, mooimakerij en speculatie. Beelden op tv, in kranten en op de socials laten zo makkelijk een negatief achter op het netvlies. Niet zelden in zwart-wit. Elk plaatje een altaar van het snelle oordeel. Wat als we midden in dit visuele festijn voor even onze ogen sluiten. Zouden we dan nog geloven? De stilte van de leegte horen die plaatjes ijverig willen maskeren? De lucht in deze kleurige ballonnen herkennen? Zouden we de fluisterende stem ontwaren, die het echt verdient om gehoord te worden?  Zouden we voorbij het oordeel kunnen luisteren? 

De opschudding in het kippenhok brengt me terug in het nu. Zodra de dames mijn voetstappen horen, huppen ze kakelend naar buiten. Op eentje na. Zij hoort de zachte stem niet die roept dat de tafel gedekt is. Zij ziet alleen haar eieren en blijft ze koesteren binnen de veilige omheining van het leghok. Ze beseft het niet, maar het duurt niet lang of ze broedt zichzelf nog dood. En waarvoor? De haan heeft een jaar geleden al het loodje gelegd.