Sleur

Terwijl de wereld in de fik staat met de ene crisis na de andere, beleef ik maar weinig spannends. Mijn leven druipt van voorspelbaarheid. Is weinig meer dan een cyclus van eten, werken en slapen. Met van die dagen dat ik het liefst Moeder Teresa, Mandela en Navalny ineen wil zijn, maar niet verder komt dan gemopper omdat ik nog niet eens twee dezelfde schone sokken kan vinden. Ik zou graag originele en revolutionaire woorden schrijven die het verschil maken voor de wereld, maar die heb ik niet. Ik vrees dat ik vandaag niet verder kom dan een cliché.

Ik kan mijn leven natuurlijk makkelijk het label sleurig geven. Of burgerlijk. Maar met 114 miljoen ontheemde mensen op deze aardbol, zijn die dagelijkse beslommeringen toch vooral een voorrecht. Dat ik de luxe heb om me te vervelen. De tijd niet nodig om te overleven. Dat ik me druk maak over kilo’s die blijven kleven. Meer dan genoeg te eten. Dat ik de luxe heb om een dag geen zin te hebben in mijn werk. Geen zorgen over geld waarmee ik de boodschappen kan betalen. En dat ik een warm, droog mandje heb om in te kruipen als ik moe ben. Niet op de vlucht. Niet haastig op zoek naar een veilige plek om te slapen.

Toch vergeet ik dat voorrecht maar al te vaak hoor. Ik mopper en chagrijn wat af. Ik haast, ik stress, ik vloek om futiliteiten. Ik neem het leven veel te vaak voor lief. Zo lief zelfs, dat ik niet altijd de moeite neem om het te vieren. Vorige week at ik weer bitterballen in de koffiezaal van een crematorium. Opeens kwam ik tot het besef dat ik de afgelopen zes maanden vaker te gast was bij een uitvaart, dan aanwezig op een verjaardagsfeestje. Te vaak kwam die gulzige dood van het leven snoepen en iedere keer weer overviel mij die ene gedachte. Als ik maar had geweten dat de laatste keer de laatste keer zou zijn.

Hoeveel mensen moeten er nog doodgaan om te snappen dat ieder goed gesprek, kus en knuffel een gepakte kans is. Hoeveel journaals vol ellendig nieuws nog kijken om te beseffen dat geen dag in een land van vrede vanzelfsprekend is. Of had ik het niet beter kunnen doen dan volledig opgaan in mijn beslommeringen? Omdat het een voorrecht is en misschien juist daarom wel mijn plicht? Voortaan noteer ik sleur in elk geval op één in mijn lijstje van drie dingen waar ik dankbaar voor was die dag.