• "Wij doen dit werk en de klant mag verwachten dat we het zo goed mogelijk doen", zegt Van Zee.
• "Wij doen dit werk en de klant mag verwachten dat we het zo goed mogelijk doen", zegt Van Zee. Foto: Aangeleverd

Groepschef Van Zee blikt terug op 41 jaar dienstverband: ‘Ik ben niet de brandweer Geldermalsen, maar de brandweer zijn wij’

Nieuws

GELDERMALSEN • Jan van Zee werkt al 41 jaar bij de brandweer in Geldermalsen. Op 1 januari stopte hij met zijn functie als groepschef, maar Van Zee blíjft actief bij de brandweer. Eén ding houdt hij met zijn werk altijd voor ogen: waar maken wij het verschil? 

Hoe ben je bij de brandweer gekomen?
“Het is een familiekwaaltje. Mijn opa was brandweercommandant in Geldermalsen. Mijn vader zat erbij en er werd met een schuin oog naar mij gekeken. En zo gebeurde het ook. Als kind ga je een keer mee en zo rol je er dan in.”

“Het is een bepaald soort virus. Het is een vorm van kameraadschap en klaarstaan wanneer het moeilijk wordt. De meeste mensen vluchten bij incidenten, de brandweer gaat er juist naartoe om hulp te verlenen.”

De pet als groepschef
Wat voor leidinggevende was je?
“Ik ben zeker tijdens een inzet heel direct, dat wordt me niet altijd in dank afgenomen. Ik zie mijzelf als iemand die tussen de jongens staat, maar je moet toch de leiding nemen. Er zijn altijd argumenten om iets wel of niet te doen en uiteindelijk moet ik die beslissing nemen.”

“Als groepschef moet je in de gaten houden dat je er voor iedereen bent. Daar wordt echt op gelet. Je moet soms tactisch denken. Soms gun je de een wat en soms de ander. Dat is wel eens lastig. We hebben een ploeg van dertig man, die heel gevarieerd is samengesteld. Maar op het moment dat de pieper gaat zijn we ‘de brandweer’. Belangrijk is: Ik ben niet de brandweer, maar de brandweer zijn wij.”

Waar maken we het verschil?
Ben je wel eens emotioneel betrokken bij een incident?
“Ik probeer niet emotioneel betrokken te raken, dat kan de hulpverlening in de weg staan. Een situatie kan mij wel raken, maar ik heb er over het algemeen geen last van. Het probleem is er en ik probeer met alle macht daar iets aan te doen.”

“De vraag is altijd: kunnen we iets doen. Kunnen we helpen om het verschil te maken? Als een huis in brand staat proberen we het te blussen. Lukt dat niet, dan hebben wij wellicht wel het huis van de buren kunnen redden. Of iets van de inboedel, of zelfs een mens of dier. Dat vind ik belangrijk, dat je in zo’n geval verschil gemaakt hebt.” 

“Als wij er niet waren geweest, dan was dat niet mogelijk. Wij kunnen proberen het leed zo min mogelijk te maken. We doen vijftien tot twintig reanimaties per jaar. Ongeveer tachtig procent loopt niet goed af. Bij de rest loopt het wel goed af. Daar hebben we het verschil gemaakt.”

Hoogtepunt: hoogwater ‘95
Wat waren je hoogte- en dieptepunten?
Als Van Zee terugkijkt op zijn carrière, dan ziet hij de organisatie steeds meer professionaliseren. “Daar houd ik wel van. Wij doen dit werk en de klant mag verwachten dat we het zo goed mogelijk doen. Ik heb ook altijd geprobeerd om mijn mensen te stimuleren op de hoogte te blijven van ontwikkelingen.”

Eén van de hoogtepunten van zijn carrière was het hoogwater in 1995. “We waren verantwoordelijk voor de veiligheid in dit gebied. Dat is iets wat je goed bijblijft. De hectiek aan het begin van de situatie, het gezamenlijk oppakken en rondlopen in een verlaten gebied. Er waren grote problemen aan de dijk bij Hellouw en Neerijnen. Er was bijna niemand meer in het gebied, behalve wij, de politie en een enkele huisarts.” 

“De natuur nam het gebied zichtbaar over. De konijnen liepen na twee dagen gewoon rustig over straat. Op de tweede dag moesten we van de gemeente bij basisscholen de stoeltjes op tafel zetten, voor het geval dat het water het gebied in zou komen. Maar ze hadden vermoedelijk niet goed op de kaart gekeken, want er zou twee tot drie meter water kunnen komen. Dat zou dus helemaal geen zin hebben. Maar we hebben het toen toch maar gedaan.”

“De jongens leefden en sliepen allemaal op de kazerne. Ik sliep thuis, omdat ik vlakbij woonde. In die tijd moesten we ook voor ons eigen eten zorgen. Gingen we eieren rapen voor onszelf. Hoe lang moet je een ei koken, normaal een minuut of vier denk ik. En toen vroeg iemand aan mij: Wát als ik er dertig eieren in doe? Toen zei ik doodleuk: dat is dan dertig keer vier minuten. Dat soort dingen blijven je bij.” 

“Het was een bijzondere week. Na twee dagen kwam iedereen erachter dat het water waarschijnlijk niet over de dijk zou komen en werd het voor iedereen relaxter en leuker.”

Sociale activiteiten van de brandweer
“Wat ik de afgelopen jaren ook waardeerde zijn de sociale activiteiten bij de brandweer. Het vullen van ijsbaantjes, meedoen aan Koningsdag of de gondelvaart in Tricht. Dat soort dingen vind ik ook erg leuk. Het wordt in de samenleving ook erg gewaardeerd.”

Afscheidsoefening van Jan van Zee
Zijn afscheidsopdracht als groepschef zag Jan van Zee niet aankomen. “De oefencoördinator kwam mij vragen of ik een officier van dienst wilde zijn tijdens een brandweeroefening. Ik werd opgeroepen en kreeg iemand aan de portofoon. Diegene gaf bijzondere antwoorden, maar ik dacht: het zal wel. Soms doet de jeugdbrandweer ook wel eens mee. En bij een portofoon klinken stemmen vaak anders. Toen ik ter plaatse was liep ik naar de eerste brandweerauto. Ik vroeg: waar kan ik je mee helpen? Stond daar mijn eigen vrouw in een brandweerpak. Dat was heel grappig. Ik had het niet direct door. Dat was erg leuk.” 

De opvolger van Jan van Zee is Huibert de Jongh.

Met pensioen?
Hoelang ga je nog door met dit vak? 
“Het gaat geen jaren meer duren, ik ben zestig. Het was en is nog steeds een mooie tijd. Naast de brandweer houd ik van mountainbiken en sleutelen aan oldtimer-bromfietsen. Misschien dat ik dat na mijn pensioen uitbreid.”

Jan van Zee
Jan van Zee werkt sinds 1982 bij de brandweerkazerne in Geldermalsen. Eerst aan de Rijnstraat en later op de huidige locatie, naast de Pluk. Vanaf 2008 was hij de chef van de kazerne. Op dit moment heeft hij nog een leidinggevende taak over de werkplaats en als officier van dienst (OVD). Een OVD heeft de leiding en aansturing over maximaal vier brandweerwagens.