Compost

Er was een tijd dat ik met prangende vragen nog naar de bibliotheek moest om antwoorden te vinden. Dat ik een ingevulde acceptgiro naar de brievenbus bracht om een rekening te betalen. Dat ik uiterst zorgvuldig mijn kodakmomenten koos en soms wel weken moest wachten voor ik de foto’s onder ogen kreeg. Er was een tijd dat ik een brief stuurde en er dagen later pas een terugkreeg met antwoord op de vraag hoe het mijn nichtje in de grote stad verging. 

Ik had toen niet kunnen bedenken dat ik op een dag mijn sociale contacten en financiën met een paar duimvegen vanuit mijn luie stoel zou managen. Dat ik bij geen enkele vraag van mijn kleuter met een mond vol tanden zou staan dankzij het wereldwijde web. En dat er van de honderd digitale foto’s altijd wel eentje perfect zou zijn. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Zo snel dat drie van de grote ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie (AI) onlangs waarschuwden voor de mogelijk catastrofale gevolgen van hun eigen product.

In dat licht is het haast lachwekkend te bedenken dat er ooit mensen leefden die dachten dat de aarde plat was en wandelen op de maan onmogelijk. Dat je maatschappelijke problemen oplost door vrouwen als heks te verbranden. Het lachen vergaat je echter snel genoeg wanneer je je realiseert dat toekomstige generaties op een dag zullen gniffelen om de mogelijk bekrompen overtuigingen die wij vandaag de dag bezitten. Deze gedachte maakt dat ik mij als mens een huidschilfer voel die onopgemerkt richting de grond dwarrelt. Nog even en ik word met het overige stof opgeveegd en achteloos in de GFT-bak gekieperd.

We vinden onszelf al snel heel belangrijk. We blaten graag op sociale media en in talkshows. Ja we zijn zelfs zo slim dat we elkaar waarschuwen voor de gevaren die we zelf in de hand werken, maar gek genoeg niet weten te stoppen. Hoog tijd om de gekte op mijn telefoonscherm weer te verruilen voor mijn moestuin aan de Linge. En met mijn handen in de vette hompen klei denk ik nog eens aan de wijze woorden van de Britse dichter David Whyte: ‘Ongeacht het hoogmoedige belang dat we aan onze eigen werkzaamheden hechten, zijn we allemaal niets dan compost voor werelden die we ons nog niet eens kunnen voorstellen.’