Belang van School Maatschappelijk Werk
west betuwe • De gemeenteraad wordt in de komende periode steeds met thema-avonden bijgepraat over belangrijke punten uit de onderwijsvisie. Vorige week was de aftrap over School Maatschappelijk Werk.
Voorafgaand aan de bijeenkomst gingen wethouder Van Bezooijen, Lianne Bijl directrice van Christelijk Basisschool de Lingelaar in Beesd en school maatschappelijk werkster Lucienne Spaan met elkaar in gesprek. De wethouder is duidelijk: door het inzetten van maatschappelijk werk op de basisscholen is de gemeente preventief bezig.
Voor Bijl is het basisonderwijs met de betrokken leerkrachten en de overlegstructuur rondom zorgvragen de basis voor het vroeg signaleren van problemen. “Een leerkracht kent zijn leerlingen, ziet snel genoeg waar het niet lekker loopt.” Ze vindt het wel belangrijk om het laagdrempelig te houden. “Juist omdat er ook nog wel taboes te doorbreken zijn. We worden niet graag geconfronteerd met problemen via onze kinderen.”
Voor de school maatschappelijk werkers dus belangrijk om vooral aanwezig te zijn, geeft Spaan aan. Ze heeft een voorbeeld: “Een leerkracht zag dat een leerling snel kwaad werd. Uit de tien-minutengesprekken leek niets bijzonders maar na doorvragen bleek het niet goed te zitten. De moeder gaf toe dat het kind thuis ook ‘lastig’ was. Ik ga dan op huisbezoek en constateer dat de ouders overbelast zijn. De vader is vrachtwagenchauffeur en veel van huis, moeder redt het niet alleen en er ontstaat een negatieve dynamiek. De ouders zijn eigenlijk doodop. Samen gaan we op zoek om de situatie te verlichten, om het om te buigen.”
"Omdat we hier in landelijk gebied zitten willen we weleens over ‘stadse problemen' praten maar hier is het echt niet anders dan op een andere plek in Nederland”, legt Van Bezooijen uit. "Echtscheidingen, huiselijk geweld en psychische mishandeling, we komen het allemaal tegen.” "Een kind neemt alles mee naar school en kan alleen presteren en leren wanneer er thuis een gezonde situatie is. Kinderen zijn geneigd veel vragen te stellen aan zichzelf en de problemen van thuis mee te nemen", vertelt Bijl.
Na het gesprek gaan de workshops van start. "We zitten in een proces, waarbij we zo vroeg mogelijk willen signaleren en preventief aan de slag willen. Dat heeft nog tijd nodig”, zegt de wethouder wanneer duidelijk wordt hoeveel problemen er ook onder de jeugd spelen in het voortgezet onderwijs.