Belletjelellers

De deurbel klinkt. Mijn beloningsmechanisme loeit. Wie of wat staat er buiten op mij te wachten? Een pannenkoek brandt aan terwijl ik me naar de voordeur haast. Gelukkig win ik de sprint van mijn kleuter. Op de stoep staat een klein pakketje waar het hart een sprongetje van maakt. Tot ik zie hoe mijn naam en adres er in kinderhandschrift opgekalkt zijn. Om de hoek verdwijnt nog net een stel jongensbenen. Tegen beter weten in pak ik het doosje op en neem de moeite het open te maken. Soms moet je de ander zijn lolletje gunnen en ik blijf nu eenmaal een nieuwsgierig mens. Wat ik aantref is een handvol splitgrind uit de tuin van de buren met een briefje erbij. Er staat slechts één zin op geschreven, maar elk woord schiet raak op de zere plek. 

Ik kleur van schaamte en spijt. Fijntjes wordt mij onder de neus gewreven hoe ik dagelijks tientallen, zo niet honderden keren een dankbaar doelwit ben van belletjelellers. En dan heb ik het niet over mijn buurjongens, maar over de techreuzen van deze wereld. Die mijn smartphone zo ontworpen hebben, dat ik altijd kans maak op een beloning wanneer ik erop kijk: een duimpje erbij onder een post op social media, een appje van een vriendin of breaking news. Vijf minuten geleden stond mijn droomhuis nog niet op Funda, maar nu misschien wel. Zodra er iets trilt, bliept, een lichtje brandt of een rood bolletje opduikt, moet de kleuter maar wat langer op zijn pannenkoek wachten. Mama heeft dan even belangijker zaken aan haar hoofd. Nieuwsberichten en posts die vaak alleen maar slecht zijn voor haar humeur en die ze nooit gemist had als ze ongezien waren gebleven. 

Maar ze blijven niet ongezien. Want zelfs nu ik alle meldingen in de vorm van trillingen, bliepjes en lampjes heb uitgezet, loop ik alsnog naar de deur om te kijken of er niet toevallig een pakketje voor staat. In een eindeloze cyclus laten de techreuzen me vol verwachting mijn schermpje aaien om vervolgens als een valse kat terug te slaan. Met kul die geen voldoening geeft. Met beloftes die zo hol zijn als een gitaar, maar waar geen muziek uit komt. Misschien trap ik wat minder vaak in hun val als ik blijf denken aan het briefje in dat doosje voor mijn deur. Met daarop de keiharde waarheid, opgetekend door mijn buurjongens: Gefeliciteerd. Je hebt zojuist 30 seconden van je tijd verspild.