Rijkswaterstaat versterkt dijk Betuwepand
buren • Rijkswaterstaat werkt tot november aan de versterking van het Betuwepand, het stuk dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal, tussen de prinses Marijkesluis en de prins Bernhardsluis in de gemeente Buren. De binnenzijde van de kanaaldijk wordt aangepakt. In 2020 versterkte Rijkswaterstaat de buitenzijde van de kanaaldijk al.
Het doel van het project Betuwepand is dat de stabiliteit van de dijk tot 2050 weer voldoet aan de eisen voor een regionale waterkering.
Stabiliteit
Om de stabiliteit van de dijk definitief te herstellen, moet de binnenzijde worden versterkt en opgehoogd. Hiervoor verwijdert Rijkswaterstaat de huidige weg en wordt de binnenzijde van de dijk opgehoogd.
Nieuwe weg
Daarna komt er een nieuwe weg. Verder worden de tijdelijke buizen uit de sloot ernaast verwijderd en wordt de watergang hersteld. Bij de kruising met de Oostertiendweg komt een verkeersplateau.
Hinder voor weggebruikers
Tijdens de werkzaamheden aan het Betuwepand is er een stremming voor het wegverkeer over de Oostkanaalweg. De omleiding van de vorige renovatie wordt voor een deel opnieuw gebruikt. Van 1 mei tot medio november moeten de weggebruikers die omleiding volgen. Op de plek zelf staan gele borden met aanwijzingen. De extra reistijd met de auto is volgens Rijkswaterstaat ongeveer tien minuten. Na 1 oktober kan het verkeer de weg langs de dijk weer gebruiken.
Hinder voor omwonenden
De werkzaamheden vinden plaats buiten de bebouwde kom. Er zijn dan ook geen direct omwonenden.
Rijkswaterstaat is nog in gesprek met partijen die mogelijk hinder zouden kunnen ondervinden van de werkzaamheden aan het Betuwepand.
Meer informatie
Wie vragen, opmerkingen of klachten heeft kan daarmee terecht bij de Landelijke Informatielijn van Rijkswaterstaat via telefoonnummer 0800 8002. Dit nummer is doordeweeks bereikbaar van 07.00 tot 20.00 uur. In het weekend en op feestdagen kan van 10.00 tot 18.30 uur naar dit nummer worden gebeld
'We houden de omgeving op de hoogte in gesprekken met belanghebbenden en via persberichten in de plaatselijke en regionale media', aldus Rijkswaterstaat.