•  Sjoukje Telleman bezig met het documenteren van de in het scheepswrak gevonden 'Silver Dress.' De foto is in 2016 gemaakt.
• Sjoukje Telleman bezig met het documenteren van de in het scheepswrak gevonden 'Silver Dress.' De foto is in 2016 gemaakt. Foto: Marijke de Bruijne

Tielse Sjoukje haalt met haar werk The New York Times

'Jurk had patroon van zilver'

Van wie zijn de twee jurken die in 2014 uit een rond 1650 bij Texel gezonken schip tevoorschijn kwamen? Sjoukje Telleman uit Tiel houdt zich niet écht met die vraag bezig, maar ze weet wel dat de hevig verkleurde, maar destijds sjieke jurken van iemand van aanzien moeten zijn geweest. 

Sjoukje heeft thuis in Tiel al zo'n vijfenhalf jaar een bedrijf in restaureren en conserveren: Telleman TextielRestauratie. Zij raakte jaren geleden betrokken bij het beschrijven en conserveren van de jurken en ander textiel uit het in 2014 door amateurduikers opgedoken, wereldberoemde Palmhoutwrak, dat voor de kust van Noord-Holland verging. De aangetroffen jurken zaten in een kist, onder het zand. "Anders zouden ze ook weggespoeld zijn", aldus Sjoukje. "Er liggen daar heel veel schepen, allemaal onder het zand."
Sjoukje werkt al jaren aan kleding, wandtapijten en zélfs aan mummies. "Werk voor particulieren doe ik hier, maar voor musea werk vaak in het museum zelf", vertelt Sjoukje. "Je komt van alles tegen: historische huizen met tapijten, zoals Kasteel Cannenburch, wandkleden, kostuums... En drie jaar geleden heb ik voor het Flipje & Streekmuseum een toramantel behandeld. Deze week ben ik begonnen met het helpen registreren van de museumcollectie."
Hoe Sjoukje bij het conserveren van het textiel uit 't schip betrokken is geraakt? Ze vertelt: "Ik zat in 2016 nog op de opleiding tot restaurator van de Universiteit van Amsterdam, voor het restaureren en conserveren van het cultureel erfgoed. Ik heb daarvan de richting textiel gevolgd, zat in mijn derde jaar; post master, dus nadat ik mijn master had gehaald. Mijn docent, Emmy de Groot, is toen door een betrokken Texelaar over de jurken gecontacteerd. We zijn een week naar Texel geweest om al het textiel te bekijken en te beschrijven."
Het koopvaardijschip zonk ergens rond 1650 in de Waddenzee. De stromingen in dat deel zijn heel sterk, er ligt heel veel zand en er komt geregeld wat naar boven. "Amateurduikers zijn daar actief en die hebben het schip gevonden", aldus Sjoukje. "Er is heel veel textiel aangetroffen, ook meer onderdelen van kostuums én interieurtextiel uit allerlei omgevingen, dus ook oosterse. Het meest bijzondere is dat die twee complete jurken er zijn gevonden. Eentje zit nog helemaal in elkaar en van die ander werd in een later stadium duidelijk dat hij nog helemaal compleet was. Alleen de naden zijn losgeraakt."
Volgens Sjoukje is het grootste deel van de jurken van zijde gemaakt en is in veel van de textiel ook goud- of zilverdraad verweven. "Die zilveren jurk is van zijde, maar hij had een patroon van allemaal plaatjes zilver", legt ze uit. "Dat zilver is grotendeels vergaan, maar er zítten nog wat delen in. Je kunt nog zien dat dat ooit heel spectaculair en waarschijnlijk ook zwaar is geweest."
Degene die de jurken ooit gedragen heeft, moet volgens Sjoukje wel iemand uit de hogere lagen van de maatschappij zijn geweest. "Anders was het onbetaalbaar. Ik heb zelf trouwens geen idee wie dat zou kunnen zijn, want ik ben restaurator en mijn werk is het behoud van 't textiel. Ik interpreteer zelf dus níet."
Tijdens haar opleiding heeft Sjoukje de vondsten vooral gedocumenteerd. Daarna behandelde ze een deel wat nog vochtig was. "Ik had een afstudeeronderzoek gedaan over hoe ik de stof het beste kon reinigen, met spoelen. En hoe ik het dan kon drogen. Daarop gebaseerd heb ik dat deel van de jurk na m'n opleiding ook zo behandeld. Eerst uitgevouwen, toen heel voorzichtig gespoeld en daarna is de jurk in een vriesdroger gegaan." Sjoukje voerde haar werkzaamheden uit in een gespecialiseerd laboratorium van restauratieatelier Restaura in Heerlen.
De jurk en alle fragmenten die negen jaar geleden in het scheepswrak zijn gevonden, zijn eigendom van de provincie Noord-Holland. Beide jurken zijn, tentoongesteld achter glas en zonder zuurstof, zijn te zien in museum Kaap Skil op Texel. Eén en ander wordt ook uitgelegd in een driedelige tv-documentaire, die op 3, 10 en 17 april om 22.20 uur op NPO2 te zien is.
The New York Times besteedde vorige week dinsdag in een uitgebreid artikel aandacht aan de vondsten. Het artikel werd geïllustreerd met onder meer een foto van Sjoukje aan het werk. Ze is zeer vereerd: "Dat maak je niet gauw mee, toch?"