Kleine boodschap

Naarmate de lente in zicht komt, word ik steeds vaker gewekt door klapwiekende duiven, die de paringsdrift voelen kriebelen. Of door ruziënde eksters, die elkaar de beste nestelplekken niet gunnen. Allemaal puur natuur, vlak bij de deur. Wat minder natuurlijk klonk het geratel van een forse kraan, die vorige week in alle vroegte door onze wijk denderde. Toch maar even naar buiten gelopen om met eigen ogen te zien wat hier aan de hand was. De lawaaimaker was een machine die aan de overkant van de straat bezig was om mechanisch te snoeien. Een zwenkende arm scheerde horizontaal over de beplanting en rukte alle takjes op gelijke hoogte af. Misschien dat de messen niet scherp genoeg waren. Het zag er droevig uit. Alle struiken, dik of dun, hoog of laag, kregen dezelfde rigoureuze behandeling. De ingekorte takken zagen er na de snoeibeurt aan de bovenkant uit als de ruige schilderskwasten van Anton Heijboer.

Ik keek eens om mij heen. Naar al die afgeplatte vakken met beplanting, Waar leek het op? Op een rijtje Legoblokjes of op het vierkante kapsel van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un? Zou allebei kunnen. In ieder geval op een eenheidsworst. De buurt was er verre van blij mee. Een man uit mijn straat meldde met aangeslagen stem dat er rondvliegende takken tegen zijn geparkeerde auto op zijn oprit terecht waren gekomen. En een ander dacht dat de WOZ-belasting in de wijk nu wel omlaag zou kunnen, gezien de aantasting van het woongenot.

Een overbuurvrouw ging een klacht indienen, zo zei ze verontwaardigd. Niet alleen over die snoeimethode. Ook over het onsmakelijke tafereel dat zich pal voor had ogen had afgespeeld. Na de snoeimachine kwam er een wagentje langs van een bedrijf, dat kennelijk was ingehuurd om de verdwaalde snoeitakken op te pikken. De bijrijder stapte uit, keek even om zich heen, trok de gulp van zijn oranje werkpak open, kroop dicht tegen de auto aan en deed zo maar op straat een kleine boodschap, zoals een kabouter in het sprookjesbos van de jubilerende Efteling een plasje noemt. Op het asfalt bleef een natte plek achter, die nog dagenlang te zien was.

Ik kon de verontwaardiging van de overbuurvrouw wel begrijpen. Geen wonder dat ze pissig was.

(reageren: jbeijer@upcmail.nl)