Gehavende billen

Ik begin steeds meer waardering te krijgen voor de vuilnisophalers. Voor het werk dat ze doen. Ik zie mezelf nog niet achter zo’n verre van aangenaam ruikende vuilniswagen hollen. Van kliko naar kliko. Van straat naar straat. Niks voor mij. Na een uurtje zou ik al uitgeteld op het asfalt neerzakken. En mijn technische kennis is zo minimaal dat ik voortdurend het risico zou lopen op een verkeerde knop te drukken. Net als gevolg dat ik aan het laadsysteem zou blijven hangen en met kliko en al in de wagen zou verdwijnen. Of dat ik halverwege los zou schieten en met een smak op het trottoir zou belanden, met als gevolg gehavende billen, zo blauw als de onderkant van de Nederlandse vlag. 

Die staking van een paar dagen geleden heeft mijn begrip voor de afvalbrigade alleen maar vergroot. Gelijk hebben ze. Ik gun ze een betere beloning. Als je in de allerlaagste loonschaal van het gemeentepersoneel zit, heb je niet veel te makken. Je kunt met pak weg tweeduizend euro in de maand “geen veer van de moel blazen”, om het eens op zijn Betuws te zeggen. Dat bedrag is maar een fractie van het salaris, waarmee de topambtenaren op de bureaustoelen mee naar huis gaan. Zij werken niet in weer en wind, niet in de stank. Als je al of niet flexwerkend de dag vult met vergaderen en nog eens vergaderen of met onderzoek en nog eens onderzoek, heeft staken weinig effect. Niemand zou het in de gaten hebben.

Dus moesten de mensen van de straat de kastanjes maar weer uit het vuur halen. Ik hoop dat ze succes hebben. En nog vuriger hoop ik, dat er maatregelen genomen worden tegen de inkomensverschillen. De directies van de publieksdiensten krijgen maandelijks misschien wel tien keer meer op hun bankrekening bijgeschreven als het personeel dat het vuile werk doet. Mark Rutte zou er jaloers op zijn. Waarom zoveel verschil?  Waar is dat voor nodig? Zo'n dienst hoeft met niets en niemand te concurreren. Het geld komt toch wel binnen. Dat betalen u en ik, of we willen of niet. Als de directeur van een vuilophaalbedrijf er een potje van maakt, wacht hem of haar ook nog eens een riante vertrekpremie. Sorry hoor, ik kan me daar behoorlijk kwaad over maken. Daarom hou ik er nu over op. Ik maak er geen woorden meer aan vuil.

(reageren: jbeijer@upcmail.nl)