• Frénk van der Linden en Martijn Vroom.
• Frénk van der Linden en Martijn Vroom. Foto: John Wijntjes

Afscheidsinterview burgemeester Martijn Vroom: ‘In dit ambt is elk uur anders’

Algemeen

KRIMPEN AAN DEN IJSSEL • Liefde in de breedste zin van het woord. Vertrekkend burgemeester Martijn Vroom deelde vrijdagavond zijn ervaringen.

‘Misschien wel je laatste kans om met hem in gesprek te gaan.’ Zo werd het interview met vertrekkend burgemeester Martijn Vroom door de bibliotheek van Krimpen a/d IJssel aangekondigd. Enkele tientallen inwoners namen vrijdagavond deze kans te baat. Met de gedreven interviewer Frénk van der Linden werd het in De Tuyter een gesprek over liefde in de breedste zin van het woord. Van liefde voor het ambt tot liefde voor zijn gezin en de gemeente Krimpen en haar inwoners, met vanzelf een terugblik op zijn ruim zeven jaar als eerste burger van de IJsselgemeente.

Eigen verhaal
Gevraagd naar waar zijn liefde voor de gemeente in schuilt: “Inwoners hebben zo allemaal hun eigen verhaal. Uit zichzelf zijn er weinig die er over willen vertellen, maar als de burgemeester er naar vraagt wel. Heel bijzonder om die dingen te horen en verhalen mee te krijgen. Zo zijn ze ook een beetje onderdeel van mijn verhaal.”

Of hij tijdens zijn burgemeesterschap veel leermomenten heeft gekend? “Eén van de dingen die ik heb onderschat is dat niet iedereen op weg of op zoek is naar het goede. Toen ik hier begon ging ik er echt bijna blind vanuit dat we met z’n allen het goede gingen doen: één team, één taak. Het heeft voor mij best lang geduurd voor ik doorhad dat voordat je die aanname kan doen, je eerst moet kijken wat mensen het goede voor deze gemeente vinden en wat dat samen doen eigenlijk is. Wellicht te naïef, maar misschien ook wel te gehaast. Een belangrijke les, dat je even stilstaat en om je heen kijkt voor je verder gaat. Dat heeft alles met energie te maken, maar het is ook een dure les geweest, want het heeft veel tijd gekost.”

Prevelen
Hoeveel tijd het ambt van burgemeester in de week vergt vindt Vroom lastig te benoemen. “Vaak als ik ‘s avonds een vergadering of bijeenkomst heb, loop ik thuis al in mezelf wat te prevelen. Dan vragen m’n kinderen al of ik moet werken omdat ik zo tegen mezelf loop te praten. Ik ben het dan al wat aan het voorbereiden, maar dat is ook werk. Als je dat meetelt is het wel zes dagen. Maar er zijn ook wel rustige weken.”

Hoe houd je met zo’n druk op je schouders en verantwoordelijkheid een liefdesrelatie intact, was Van der Linden benieuwd. “Mijn ouders waren allebei dominee. Die hadden het de hele tijd over hun werk. Dat wilde ik niet. Wilde mijn eigen verhaal thuis brengen. Dat is 25 jaar geleden begonnen toen mijn vrouw afstudeerde als dominee. Niet dat je elkaar overdag niet meer ziet, maar het is fijn om ook je eigen wereld te hebben. Om ieder je eigen talent te hebben en daarmee aan de slag te zijn.”

Over wat hij romantisch vindt: “Een lastig woord. Niet die dingen van 14 februari. De meest bijzondere relatiemomenten zijn toch wel, als je de ander ergens een zetje in de rug kan geven om iets te bereiken. Bij twijfel in werk bijvoorbeeld.”

Vertrek
Vanuit de zaal kwam de vraag waarom hij eigenlijk Krimpen verlaat. “Ik heb nog nooit ergens zo lang gewoond als in Krimpen, zeven jaar. Ik had voor m’n eigen gevoel nog niet weggehoeven, maar er waren een aantal gemeenten en plekken in het land die een mooie vervolgstap zouden kunnen zijn om me verder te kunnen ontwikkelen en waar we als gezin goed zouden kunnen landen. Leidschendam-Voorburg kwam voorbij. Het thuisfront ging akkoord, kijken wat er van komt.”

Op de vraag waar hij zich op verheugt in zijn nieuwe gemeente: “Het leuke aan burgemeester zijn, is dat elk uur anders is. Dus als je niet goed kan stilzitten, moet je burgemeester worden. Wat ik leuk vind is mensen ontmoeten, dingen meemaken en de verhalen horen. Er is een lijst met zestig organisaties gemaakt, die ik voor de Kerst wil bezoeken.”

Burenruzies
Over waar hij zich zorgen over maakt bij zijn vertrek uit Krimpen: “Er zijn een zevental buurten die er slecht aan toe zijn. Burenruzies, woonoverlast, problemen met huisvuil. Dat vind ik zorgelijk. Anderhalf jaar geleden ben ik begonnen met daar wat vaker te zijn om te kijken of we het de goede kant op kunnen krijgen. Dat gaat nog niet goed genoeg. Alles moet op gezag. Je hebt geen macht, geen sturing. Wellicht heb ik nog te weinig gezag of is er een andere oorzaak, maar het tij is er nog niet gekeerd en dat duurt te lang. Dat is een grote zorg.”

Wat heeft het in de weg gestaan om het aan te pakken?, klonk het vervolgens uit de zaal. “Teveel dingen te doen, teveel wisselingen van de wacht, wellicht ook een te ingewikkeld probleem. Het is onvoldoende opgepikt. Je bent als burgemeester afhankelijk van het collegiaal bestuur en de organisatie waar je mee mag werken. Die combinatie met de burgemeester heeft er niet voor gezorgd dat de zorgen bij mij minder zijn geworden.”