• Het gebouw waar de vluchtelingen gaan wonen wordt momenteel verbouwd.
• Het gebouw waar de vluchtelingen gaan wonen wordt momenteel verbouwd. Foto: Anne Marie Hoekstra

Zorg over komst vluchtelingen, en begrip

papendrecht • Met ingang van eind maart of begin april komen er in een gebouw van Rivas (het voormalige Groene Kruisgebouw) ongeveer vijftig jonge asielzoekers wonen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gaat er minderjarige, alleenstaande vluchtelingen opvangen. Momenteel wordt het gebouw verbouwd.

“Het zijn jongeren, ik denk dat ze op avontuur uitgaan”, zegt P. Laven. Hij woont op enkele meters afstand van het toekomstige onderkomen. “Ik ben bezorgd. Maar het besluit is genomen, je ertegen verzetten is vechten tegen de bierkaai. Ik las in de Klaroen wat de plannen zijn.”

Al besloten

Teus Punt woont enkele huizen verderop. Zijn achtertuin grenst aan het parkeerterrein voor de toekomstige opvang. Hij vindt het verkeerd dat hij via de krant van de plannen op de hoogte werd gebracht. “Het is incorrect dat de gemeente het besluit nam voordat met omwonenden is gesproken en voordat er een informatieavond kwam. Ik ben niet naar die avond geweest, zo laat ik me niet behandelen door de gemeente. Die jongeren moeten straks wel wat te doen hebben. En het taalprobleem maakt het er niet makkelijker op.”

Fatima Abaghli denkt er heel anders over. Ze woont schuin tegenover de locatie. “Het maakt me niet uit dat ze hier komen, ik gun die mensen een leven. Als je iemand kan helpen moet je dat doen. Het had jou ook kunnen overkomen. Ik ben niet bang voor overlast. Waarom zou ik al een mening hebben als ik de jongeren nog niet gezien heb? Pas als ik hen heb ontmoet kan ik iets zeggen. Ik wil open minded zijn.”Een overbuurman is het met haar eens. “Je moet niet overal leeuwen en beren zien.”
Teus van Mastrigt kijkt vanuit zijn huis op het parkeerterrein voor de locatie. Hij is er niet bezorgd over dat hij vijftig nieuwe buren krijgt. “Het probleem is dat ze ergens gehuisvest moeten worden. Ik wacht af of er goede begeleiding komt en geen overlast. En als er overlast komt, of dat dan goed wordt opgevangen.”

Veiligheid

Over de informatieavond is Van Mastrigt niet erg te spreken. “Het was een inloopavond. Er waren mensen van de gemeente, het COA en de politie. Er was een hoop geroezemoes. Ik had verwacht dat ze een goede uitleg zouden geven, maar ik kreeg geen goede informatie.” De toekomstige buurman heeft al horen vertellen dat er ook zomaar tachtig jongeren kunnen komen, in plaats van vijftig. “Want ze komen ruimte tekort. Ik vind het vooral belangrijk dat er gelet wordt op veiligheid. Als die jongeren een opleiding krijgen en een baan kunnen vinden, dan vind ik het prima. Ik heb gehoord dat er zinvolle dagbesteding komt.”

De gemeente is bezig een klankbordgroep samen te stellen. Via de klankbordgroep kan de gemeente communiceren met omwonenden, ondernemers uit de buurt en inwoners die actief zijn bij maatschappelijke organisaties in de directe omgeving van de opvang. Wie daar precies in komen en wie welke rollen en verantwoordelijkheden krijgt is nog niet duidelijk. Een communicatieadviseur van de gemeente: "We gaan dit omwonendenoverleg samen inrichten met COA. De toekomstige locatiemanager van deze AMV-opvang, die we binnenkort samen met COA bekend zullen maken, zal hier uiteraard ook een belangrijke rol bij spelen. Vooral omdat hij/zij straks het rechtstreekse aanspreekpunt is voor de buurt en de omgeving. We willen snelheid maken en doorpakken maar het ook zorgvuldig doen."

De gemeente sloot met het COA een bestuursovereenkomst over een noodopvang voor maximaal drie jaar. De communicatieadviseur: "Hierin staat dat er maximaal vijftig minderjarige vluchtelingen opgevangen worden." Via nieuwsupdates zal de gemeente inwoners informeren over alle voorbereidingen. De kosten van de verbouwing worden betaald door het COA. Momenteel zijn de gemeente en het COA druk bezig om ervoor te zorgen dat de vluchtelingen straks onderwijs kunnen volgen. Ze zijn tussen de 14 en 18 jaar en zijn volgens de Nederlandse wet leerplichtig.

Anne Marie Hoekstra