Kanttekeningen bij artikel over gebedsgenezing

Met meer dan gewone belangstelling het artikel ‘Genezingen na gebed’ gelezen. Ik ben niet medisch geschoold, maar na richting 60 jaar leven met ms, als ik de periode vage klachten meereken, denk ik wel dat ik mij een beetje ervaringsdeskundige mag noemen. En, zonder iets af te willen doen aan het artikel en de intenties van dr. Kruijthoff ben ik toch zo vrij enkele kanttekeningen te plaatsen.

Bij het gedeelte dat gaat over de mevrouw met multiple sclerose ontstond bij toch de spontane gedachte "nee hè, niet weer”. Ik ben zo vrij dit voorbeeld niet sterk te vinden. Om te beginnen over de professor die geen enkele twijfel heeft of het wel echt ms was. Voor zover mij bekend is ms niet met 100% zekerheid vast te stellen. Als je tien ms patiënten op een rij zet is de kans heel groot dat je tien totaal verschillende klinische beelden ziet.
In de literatuur worden meerdere spontane genezingen van ms beschreven. Ik heb er zelf één ontmoet en gesproken. Ik heb een ms patiënte gekend die drie jaar na diagnose overleden is. Er zijn gevallen bekend waar na autopsie met grote zekerheid vastgesteld werd dat de patiënt ms had en er nooit iets van gemerkt heeft. Andersom komt ook voor. Vanuit deze achtergronden en na lezing van meerdere boeken over deze materie meen ik vast te mogen stellen dat ms patiënten dankbare klanten zijn voor de gebedsgenezers in het algemeen. Het is vanwege die grilligheid van de ziekte "altijd prijs”. Dit laatste klinkt misschien cynisch maar is absoluut niet zo bedoeld. Ik zou dit voorbeeld als medicus niet gegeven hebben.
Verder vind ik het jammer dat de elf gevallen waarin sprake was van een medisch opmerkelijke genezing niet verder beschreven zijn. Zonder privé gegevens uiteraard. Nu heb ik natuurlijk zijn proefschrift niet gelezen. Maar de kans lijkt me niet gering dat het ook nu weer gaat over aandoeningen die niet direct aan de buitenkant zichtbaar zijn.
En daar zit mijn pijnpunt. Ik kan moeilijk geloven in een God die een rigide lijstje hanteert van aandoeningen die wel of niet in aanmerkingen komen voor genezing. Wel een ernstige niet aan de buitenkant waarneembare aandoening maar niet de dubbel gehandicapte puber die met spastische bewegingen in de rolstoel zit. Ik bedenk maar wat. Die laatste wil ik ook heel graag gezond en lachend buiten zien lopen. Mijn zorg gaat in het bijzonder uit naar de ouders van zo'n kind. Hoe moeten die zich wel niet voelen bij dit soort verhalen?

Ik houd open dat ik er volledig naast zit.

Met vriendelijke groet
Rien de Ruiter, Meerkerk