Intocht

De intocht van Sinterklaas. Het moet een jaarlijks hoogtepunt zijn in het bestaan van een burgemeester. Tien keer leuker dan een vergadering met raadsleden die elkaar vliegen zitten af te vangen. En nog veel leuker een vergadering met doortastende insprekers, die zich niet met een kluitje het riet in laten sturen.

Soms denk ik dat bestuurders razend jaloers zijn op de Goedheiligman. Die zouden ook zo graag Sinterklaas willen spelen. Maar helaas, de schoen van de kiezer blijft maar al te vaak leeg. Daar kan zelfs die zo stralende Tielse Sinterklaas niets aan veranderen. Ik heb veel Sinterklazen gezien, maar ik wil hem graag even noemen, omdat hij er elk jaar weer fantastisch uitziet. Een prachtige tot in de details verzorgde mantel, een dito mijter en een baard, die net zo glimmend golft als het water van een tropisch palmenstrand bij zonsondergang. Ik heb minder geslaagde Sinten langs zien komen. Goedheiligmannen met plukken watten als baard, bij elkaar gehouden door afzakkend plakband. Of met mijters die zo strak over het hoofd waren getrokken dat de wenkbrauwen erdoor in de knel kwamen.

De uitmonstering van de zwarte, gevlekte, gekleurde of wat voor soort Pieten dan ook, gaat tegenwoordig alle kanten op. Ik vraag me af of de kinderen die nog in Sinterklaas geloven, niet in verwarring raken als ze zoveel verschillende knechten van de Sint zien. Zaterdag werd het Tielse centrum overspoeld door Pieten met lang wapperend rood haar, Pieten op leeftijd met krullen tot bijna op de schouders, Pieten als carnavalsfiguren en Pieten met deinende borsten die ik inschat op cupmaat F of G. ”Allemaal nep, die Pieten, mama”, zei een jongetje van pakweg zes jaar, die dit alles wantrouwend gadesloeg in gezelschap van zijn ouders en een paar vriendjes en vriendinnetjes. En hij herhaalde, hoorbaar voor de kinderen om hem heen: "Allemaal nep.” Mama reageerde met enige onrust in haar blik. Ze zag hoe er verwarring ontstond in het groepje. Hoe de geloofwaardigheid van Sint en Piet door haar zoontje wel eens in het gedrang zou kunnen komen. "Nep? Doe niet zo stom”, sprak ze enigszins bestraffend in de richting van zoonlief. En om de kinderen enigszins gerust te stellen: "Ach, hij is gewoon een zeurpiet.”

(reageren: jbeijer@upcmail.nl)