• Regen tijdens het eerste oogstfeest van voedselbos Lingehout in Geldermalsen.
• Regen tijdens het eerste oogstfeest van voedselbos Lingehout in Geldermalsen. Foto: aangeleverd

Hoe waterschap en fruittelers omgaan met droogte

Zorgen over extreem weer

Steeds vaker hebben we te maken met extreem weer: hitte, droogte, stormen en zware regenval. Het voorjaar en de zomer van 2022 behoorden zelfs tot de droogste 5% van de afgelopen 115 jaar in Nederland. Wat zijn de voorspellingen voor de toekomst en wat doen onze waterbeheerders en fruittelers om hiermee om te gaan?

Volgens het KNMI zijn de deskundigen het er nog niet over eens of we in Nederland meer droge, hete zomers tegemoet gaan. Wat ze wel vrij zeker weten, is dat het in Zuid-Europa droger wordt en in Noord-Europa natter. Nederland zit daar geografisch precies tussenin, maar de invloed van het warme zuiden op ons weer lijkt vooralsnog het grootst. 

Waterbeheer

Het oppervlaktewater in Rivierenland is afhankelijk van aanvoer via de Waal en Nederrijn, met de Rijn als gezamenlijke bron. Rijkswaterstaat, verantwoordelijk voor de grote rivieren en de zeeweringen, heeft weinig mogelijkheden om de waterstand bij droogte op peil te houden. Waterschap Rivierenland, dat zorgdraagt voor de rivierdijken, de rioolwaterzuivering en het binnendijkse waterbeheer, heeft wat meer mogelijkheden. Een medewerker vertelt: “Met stuwen, gemalen en sluizen verdelen we het beschikbare oppervlaktewater tussen gebruikers en proberen we de grondwaterstand op peil te houden. Het wordt steeds belangrijker om water in droge periodes langer vast te houden in het gebied. Daar ligt ook een taak voor gebruikers, waaronder landbouwbedrijven en fabrieken. Steeds meer fruittelers gebruiken bijvoorbeeld druppelirrigatie op de grond in plaats van sproeiers, zodat er minder water verloren gaat door verdamping. En we stimuleren de afkoppeling van regenwater, zodat het in de grond verdwijnt en niet via het riool wordt afgevoerd. Afgelopen zomer hebben we particulieren ook gevraagd om het verbruik te beperken, maar zij gebruiken meestal water van drinkwaterbedrijven, en daar hebben we geen invloed op."

Zonnebrand bij appels

Van half augustus tot half september stelde Waterschap Rivierenland een verbod in om oppervlaktewater uit sloten en rivieren te gebruiken voor beregening. Voor appeltelers gold een uitzondering: zij mochten 's middags een paar uur sproeien. Wim de Bie, fruitteler uit Zoelen, was blij met deze uitzondering. "Het probleem bij appels zit vooral in de gevoeligheid voor zon en hitte: ze krijgen dan zonnebrandplekken en worden onverkoopbaar. Dus bij appels red je het niet met irrigatie op de grond, je moet ze ook van bovenaf beregenen om af te koelen. Bij peren hoeft dat niet, die hebben minder last van de hitte." Wim kijkt ondanks de droogte tevreden terug op het afgelopen teeltseizoen. "We hadden nauwelijks schade, de oogst is goed en de smaak van de appels is uitstekend dankzij de zon. Maar", zo voegt hij toe, "daar hebben we wel veel voor moeten doen. Die klimaatverandering baart ons wel zorgen. Water geven en beregenen kost tijd en geld, en er moet genoeg water beschikbaar zijn. In andere gebieden slaan ze in het natte seizoen al water op. Van natte winters heeft de boomgaard minder last, maar drassige grond is wel onhandig voor de trekkers. Veel regen in de oogsttijd is ook vervelend, vooral voor de plukkers." 

'De oogst was goed, maar die klimaat-verandering baart ons wel zorgen'

Biologische teelt

Gerdien Dijkstra, projectleider van voedselbos Lingehout in Geldermalsen, kijkt ook tevreden terug. "Dit is ons eerste seizoen hier, we zijn nog in omschakeling naar biologische teelt. Gelukkig heeft kleigrond een groot waterbergend vermogen waardoor we niet vaak water hoefden te geven. Dat doen we sowieso alleen als het niet anders kan, en dicht bij de grond. Dankzij bodembegroeiing verdampt het ook niet snel. Nu heeft deze grond nog een ondoordringbare bodemlaag, de zogenaamde 'ploegzool', ontstaan door de zware machines die hier voorheen zijn gebruikt. Het is een uitdaging om die om te vormen in een gezonde bodem met een goede waterdoorlatendheid, een actief bodemleven en ruimte voor goede wortelontwikkeling. Dankzij sterke rassen en een grote biodiversiteit ontstaat er hier op den duur een ecosysteem dat veel minder menselijk ingrijpen nodig heeft dan de reguliere teelt. De opbrengst is dan wel lager, omdat de vruchten er minder perfect uitzien, maar dat wordt gecompenseerd door de lagere kosten."