Vierhonderd

Na al het euvel dat mij lichamelijk is overgekomen hadden we er zaterdag in alle bescheidenheid een feestdag voor twee personen van gemaakt. Enerzijds om samen te vieren dat het weer aardig goed met me gaat (alleen die nek nog) en anderzijds omdat ik als columnist nogal ongemerkt een mijlpaal heb bereikt. Dit is precies mijn vierhonderdste column. Alle reden om er (voorlopig nog alcoholvrij) biertje op te drinken. In het zonnetje op het enige terras aan de Waal dat de Waalstad Tiel te bieden heeft. Met uitzicht op de rivier en op de al vele jaren in restauratie zijnde Waalkade, waar je de geïnvesteerde miljoenen nog steeds niet van af ziet. En met het zicht op de halsbrekende toeren van de serveersters die met hun volle plateaus een fietspad moeten oversteken, waar ze het risico lopen van de sokken worden gereden door voort jakkerende bejaarde e-bikers. Dat het personeel erin slaagde onze bestelling, heilbot met grote garnalen en een entrecote met Parmezaanse kaas, ongeschonden op tafel te krijgen verdient op zijn minst een lintje van Willem Alexander himself.

“U bent toch die…..”, zo sprak een man aan het naburige tafeltje mij aan met een vraagteken op het gebruinde hoofd. “Ja, dat klopt”, zei ik. “Ik heb er al vierhonderd geschreven.” En ik zag hem denken: hoe houd die vent het vol.

Hoe lang ik daarmee nog door ga, wilde hij belangstellend weten. Ach, voorlopig nog wel, knikte ik tussen het gesmikkel aan het lekkere visje door. En ik keek stiekem naar mijn vrouw. Zij kent de eigenaardigheden van de columnist als geen ander. Eerlijk gezegd, lijkt het me geen pretje om in de echt verbonden te zijn met een man die wekelijks een stukje aan de krant moet afleveren. Zo'n man ligt te woelen en te draaien in het echtelijk bed. Vreemde spinsels spoken door zijn hoofd. Midden in de nacht schiet hij overeind en roept iets onverstaanbaars over een of andere Betuwse kwestie. Probeer daar als echtgenote maar eens doorheen te slapen. Ik besef dat dit een onmogelijke opgave moet zijn. Vooral als die stukjesschrijver ook nog eens zo luidruchtig snurkt als de ratelende grasmaaiers van de door de Avri ingehuurde groenbedrijven. Nog een paar honderd columns erbij? Met zo'n man aan je zijde? We zien wel hoe het gaat.
In ieder geval houden we Kontakt!

(reageren:jbeijer@upcmail.nl)