Suzanne en Harold op de bank in de woonwagen, met hond Chelsea aan hun voeten.
Suzanne en Harold op de bank in de woonwagen, met hond Chelsea aan hun voeten. Foto: Rob Zantinge

Nu in een pipowagen, straks op straat

tiel • Ze sliepen een aantal maanden, samen met hun hond Chelsea, in hun auto. Sinds afgelopen november bivakkeren ze op camping Aan de Linge in Tiel. Harold van Lavieren (46), zijn partner Suzanne Mol (47) en zoon Vinn (8) zitten diep in de problemen. Zó diep, dat ze niet meer weten wat ze moeten doen. Zeker niet nu ze weten dat ze over een paar weken hun tijdelijke onderkomen moeten verlaten. 

Dat onderkomen is níet te missen, als je het campingterrein op komt. 'Pipo' staat er met grote rode letters op een kopse kant van de woonwagen, zo eentje die in de zestiger jaren op tv onderdak bood aan Pipo de Clown en Mamaloe. Twee lantaarntjes sieren de 'voorgevel' aan weerskanten van de voordeur. Een dekbed hangt te luchten over een groen houten hekwerkje, wat voor balustrade door moet gaan. Een trapje met een paar treden biedt toegang tot het voordeurtje. Een minuscuul dennenboompje moet het geheel wat opvrolijken.
Binnen is de situatie nóg troostelozer. De ruimte wordt gevuld door een piepklein keukentje, een tweepersoons bed waar allerlei kledingstukken boven hangen, een tweezitter die zijn beste tijd heeft gehad met daar tegenover nog net wat ruimte voor de verslaggever.

Wietplantjes

Suzanne en Harold zitten op de bank, hond Chelsea ligt aan hun en mijn voeten. Harold popelt om te vertellen hoe het zover is gekomen. "Vijftien jaar geleden leerde ik Suzanne kennen", vertelt hij. "Zij kwam hier naartoe en we hebben veertien jaar in Ochten gewoond. Tót vorig jaar. Er kwam geen geld binnen en toen heb ik met m'n stomme kop zestig wietplantjes in huis gehaald. Ik móest natuurlijk wat om aan het eten te blijven, maar daardoor zijn we nu ons huis kwijt en staan onze meubels in de opslag. Ik heb inderdaad een fout gemaakt en daar schaam ik me voor. En ik moet daar ook voor boeten, want die zaak loopt nog."

Onder bewind

"Drieënhalf jaar geleden zijn we onder bewind gegaan, met als doel dat we geholpen zouden worden", vervolgt Harold zijn verhaal, "maar een paar maanden geleden is de bewindvoerder met de centen vertrokken. We zitten er met 50.000 euro in. Nu hebben we een nieuwe bewindvoerder en opnieuw verdwijnt ons geld."

Crisisopvang

Harolds partner Suzanne weet sinds vorig jaar dat ze kanker heeft. Ze zat bovendien enige tijd in de crisisopvang in Nijmegen. "Ik heb ze daar weggehaald. Daar werd voor het pand gedeald en er is al eens iemand voor de deur neergeschoten", aldus Harold. "Deze pipowagen heeft de gemeente voor ons geregeld, omdat we geen vaste woon- of verblijfplaats hadden. Maar na drie maanden kregen we al bericht dat we hier niet langer mogen blijven, dus moeten we straks wéér de straat op." 

Kind afpakken

"En dan lopen we ook nog het risico dat ze ons kind weer afpakken", aldus Harold. "Het is toch onmogelijk dat zoiets kan in deze maatschappij? Alle betrokken instanties weten gewoon niet wat ze met ons aan moeten. Het is te bezopen voor woorden dat de woningbouwvereniging en de gemeente niks voor ons kunnen doen. Polen die hier naast de A15 sliepen hadden binnen drie weken wél onderdak."

Kacheltje

Intussen verblijven Harold, Suzanne en zoon Vinn - die in Tiel naar school gaat - in 'hun' stokoude woonwagentje. "We hebben hier alleen koud stromend water, een koelkast, een kookplaat en verder niks", aldus Harold, die zelf nog een kacheltje heeft geïnstalleerd.
"Dit zijn toch geen menselijke omstandigheden!? En níemand wil ons helpen. Je wordt als een stel mafkezen de straat op gestuurd."
Harold vertelt dat hij vorig jaar een zelfmoordpoging heeft gedaan. "Dat mag je gerust in de krant zetten", zegt hij.

1100 euro huur

Volgens Harold betaalden ze tot voor kort 800 euro per maand en is de huur nu verhoogd naar 1050 euro, omdat het stroomverbruik hoger zou zijn geworden. Van hun uitkeringen van samen 1470 euro blijft dus weinig over.
Te eten en te drinken hebben ze nog wel, want: "Harold heeft zijn gereedschap verkocht", vertelt Suzanne, terwijl ze begint te huilen. Waaróm wordt meteen duidelijk: "Als moeder voel ik me heel beroerd dat ik niks voor m'n zoon kan doen. Je bent machteloos, omdat niemand je helpt. Ik heb zelfs een hekel aan de kleur oranje gekregen, omdat dít mijn land is. We hebben totaal geen vooruitzicht. Iedereen weet dat, maar niemand doet wat. Wij willen rust en als normale mensen functioneren, met een eigen voordeur. Vannacht hebben we maar ongeveer drie kwartier geslapen en dat terwijl ik doorslapers slik. We liggen er constant wakker van."

Rob Zantinge