Hele rij engeltjes

“Ik hoop maar dat je pen niet gebroken is”, zo las ik op een van de bijna honderd beterschapskaarten die ik kreeg van de lezers van deze column. Kaarten die me ontroerd hebben. Vaak van mensen die ik niet ken en die toch zo met mij meeleven. Deze stukjesschrijver is er danig door van zijn stuk geraakt. Stiekem een traantje weggepinkt. Dat mag u best weten. Gelukkig gaat het schrijven (op een laptopje van mijn kleindochters) me nog goed af, mijn wervel- en botbreuken zitten niet in de weg. Die ellendige brace om mijn nek is het grootste obstakel. Daar ben ik voorlopig nog niet van af. Intussen besef ik dat er een hele rij engeltjes op mijn schouder gezeten moet hebben toen ik die smak van de trap maakte. Ik heb nooit in engelen geloofd, maar nu wel. En ik besef ook dat een ongeluk in een piepklein hoekje zit. Nog veel kleiner dan ik ooit had gedacht. Het zat verstopt in het hoekje van onze wenteltrap, helemaal bovenin, waar de treden op z’n smalst zijn. Zonder die engeltjes had ik zo maar het hoekje om kunnen gaan, denk ik achteraf. 

Nu ik hier in de afdeling Markant van het Tielse Vrijthof aan het revalideren ben, voel ik me enigszins verwant aan Max Verstappen. We doen allebei ons best om de vaart erin te houden. Hij in zijn supersonische bolide die als een raket over het circuit schiet. Ik schuifel achter mijn rollator over de gang,, voetje voor voetje als een aangeschoten schildpad. Hij is een echte Verstappen, een meester in het intrappen van de gaspedaal. Een grootheid in het bochtenwerk. Ik ben meer een verstapper, een klungel op de bochtige wenteltrap.

Toch lijk ik meer op hem dan u denkt. Dat komt door de brace die mijn hoofd en nek overeind houdt. Zo op het oog heeft dat ding wel iets weg van de gestroomlijnde helm van Max. We zien er allebei uit als een buitenaards wezen. Maar er is verschil. Zijn helm straalt het grote geld uit, het kapitaal dat zijn sponsors Honda en Red Bull in zijn razende rondjes investeren. Mijn brace is blanco. Ik zou daar ook wel reclame op willen hebben. Maar dan alleen als een eerbetoon voor het personeel dat hier met hart en ziel werkt voor die paar centen in het loonzakje. De slogan heb ik al bedacht. Alle lof voor Vrijthof!

 (reageren: jbeijer@upcmail.nl)