Mooiprater

Wij hanteren thuis een gouden regel: koop nooit aan de deur. Dit heeft veel voordelen. Dat je man zich niet nog eens het lidmaatschap van één of andere boekenclub aan laat smeren bijvoorbeeld. Het bespaart je halsoverkop getekende contracten waar je vervolgens jaren aan vastzit als je ze niet binnen twee weken opzegt. Ook vermijd je ongemakkelijke momenten als met de kleuter die midden in het betoog van de verkoper schreeuwt of je zijn billen wilt vegen.

Tegen al mijn principes in, stond ik vorige week toch opeens zo’n mooiprater te woord. Verhit legde ik uit waarom mijn groene container geen maandelijkse reinigingsbeurt nodig heeft: “Ik stop er graag een takje hedera in wat giftig is voor maden. Als die krengen überhaupt al mijn GFT-bak bereiken, want vleesresten gooi ik steevast bij het restafval.” Op het hoogtepunt van mijn betoog, begon ik over het trauma. Boekenclubrestanten die met Koningsdag wederom op mijn kleedje zullen prijken. Stapels Nikki French, terwijl ik niet van thrillers houd. Al was ieder exemplaar een koopje, dat nooit weer! 

Juist op dat moment rolde mijn buurman in een stoel voorbij. Al helemaal in de stemming, met het been gestrekt in knaloranje gips. Hij keerde onverrichter zake terug na een hachelijke rit door ons oude stadje richting supermarkt. Als drilpudding was hij onderweg van hobbelige schuine stoepjes afgegleden naar de goot. Nu zat hij zonder paracetamol en boodschappen voor het avondeten. Gelukkig was een stripje pillen in mijn keukenla snel gevonden en een prakje uit mijn oven al even makkelijk aangeboden.

Hiermee bleek ik mijn deurverkoper definitief de mond te hebben gesnoerd. Zijn onderkaak hing inmiddels op half zeven. Of het in dit stadje altijd zo gaat, vroeg hij. Ik liet maar niet merken hoezeer ik me schaamde dat ik het gebroken been van mijn buurman pas na twee weken had opgemerkt. Gelukkig kon het erger. Sputterend vertelde de mooiprater dat hij zijn buren hoogstens één keer per jaar spreekt tijdens de buurtborrel. “Daar kun je vandaag nog verandering in brengen”, verzekerde ik hem. Met deze gouden en gratis tip op zak, keerde ook hij onverrichter zake naar huis. Nu maar hopen dat hij geen gebruik maakt van de 14 dagen wettelijke bedenktijd.