Dood varken

"Vandaag eten we dood varken." Wat voor een moeder ben je, als dat je antwoord is op de meest gestelde vraag in huis? Een aangereden poes op straat vinden we verschrikkelijk. Twee dozijn verlaten en vastgebonden hondjes aan een paal in Geldermalsen gemeen. Maar een levenloos beest op ons bord heet nu eenmaal een lekker stukje vlees. Totdat je kind met zijn mond vol varken de vraag stelt wat spek eigenlijk is.

En dus is het tijd voor niets verhullende taal. “Spek is gemaakt van een varkentje. Dat varkentje leeft niet meer. Die maken we dood en dan eten we hem op”, luidt mijn antwoord. “Oh”, constateert de kleuter koeltjes, “dus nu zit er een dood dier in mijn buik?” Direct na deze ontdekking neemt hij nog eens een grote hap van zijn spekpannenkoek. Het smaakt hem zichtbaar even lekker als ervoor. “Dat klopt”, zeg ik, “wat vind je daarvan?”

Met de begrafenis van onze kip nog vers in het geheugen, ben ik nieuwsgierig naar zijn reactie. Vindt hij het toch wel zielig? Of zegt hij dat zijn buik nu een mooi grafje voor het dier is? Maar niets van dit alles, de verbeelding neemt hem mee. Met fonkelende ogen en een grote grijns zegt hij over de weg van het varken naar zijn pannenkoek: “Whow cool. Dat zal een gevecht zijn geweest zeg.”

Ik denk aan het varken met zijn zogenaamde Beter Leven. Nog voor zijn geboorte al reddeloos verloren aan de expansiedrift van het menselijk genot. Ik denk aan zijn staartje wat eraf moest om te voorkomen dat anderen er uit gierende verveling in zouden bijten. Aan die ene vierkante meter bewegingsruimte, tot hij zes maanden verder en 100 kilo zwaar was. Klaar voor een tweedeklas rit naar mijn koekenpan. Met als eerste tussenstop het slachthuis, waar hij ongewapend en zonder pardon werd uitgeschakeld.

Ik vind het belangrijk om eerlijk te zijn over wat er op het bord van mijn zoontje ligt: een dood varken. Maar dat dit slechts de halve waarheid is, blijkt wel uit de kinderlijke naïviteit waarmee hij ervan uitgaat dat de slag om het spek eerlijk gestreden werd. Nationale Week Zonder Vlees of niet, ik krijg het even niet over mijn hart hem uit te leggen dat dit in de grotemensenwereld op veel fronten al lang niet meer zo werkt.