Kippenliefde

Mijn kippen en ik. We zijn nu een jaar samen. Op Valentijnsdag vierden we ons eerste jubileum uitgebreid met gedroogde meelwormen en snoepgraantjes. Maar zoals dat nu eenmaal gaat met relaties, ligt de romantiek van het eerste verse eitje inmiddels ver achter ons. Het zit namelijk zo:

In mijn kippenhok is één haan heer over acht hennen. Hij toont zich een ware gentleman wanneer hij de dames voor laat gaan met eten. Meneer houdt de omgeving goed in de gaten en beschermt zijn vrouwtjes tegen elk gevaar. Ondertussen kijk ik met lede ogen toe welke verdienste daar zo nu en dan tegenover staat. Zachtjes fluister ik dat ze mij altijd alles mogen vertellen, maar ze trekken hun bek niet open.

Daarnaast worden ook mijn kippen geplaagd door een virus en dan vooral de preventieve maatregelen ertegen. Met een recente besmetting in Vuren is de dreiging van de vogelgriep dichterbij dan ooit. Al maandenlang mogen mijn verenbolletjes geen wormpje buiten hun ren pikken om elk contact met wilde vogels te vermijden. Tot nu toe zijn ze gelukkig niet besmet geraakt, maar wat voor een kippenleven is dat?

Ondertussen is er de onophoudelijke strijd tegen de bloedluizen. Minuscule etterbakken voor wie kippenbloed zuigen een lucratieve business is. Iedere milliliter resulteert vrijwel direct in een onuitroeibare hoeveelheid babybloedzuigers. Ik vrees dat het aan de opwarming van de aarde te danken is, dat die krengen tegenwoordig zelfs de wintermaanden overleven.

Dan heb ik het nog niet eens over de rukwinden van Corrie en de vele hoosbuien die het kippenhok en landje regelmatig teisteren. Komt het water niet met bakken uit de hemel, dan wel in de vorm van smeltwater uit Duitsland en Zwitserland. Het scheelde weinig of de lieve Linge had mijn kippen met een al te innige omhelzing compleet verzwolgen.

Wat ik dus maar bedoel te zeggen: de idylle van het ei dat door je eigen kip gelegd is, bestaat niet. De wereldproblematiek verhuist mee naar het kippenhok en belandt in kleine schaal alsnog op je eigen bordje. Met als enige troost dat het in elk geval wel een stuk lekkerder smaakt.