Vertrouwen

“Hoe ziet je bek naar buiten?”, vroeg mij een nuchtere fruitteler uit West Betuwe. Ik fronste, want dit dialect stond nog niet in mijn woordenboek. Gelukkig was er een tolk in ons midden: “Hoe ziet de buitenwereld jou? Durf je echt te zijn?”, vertaalde hij.

Echt zijn. Wie dat durft, wordt veelal geroemd. Authenticiteit is als een deugd die we massaal aanmoedigen. Een eigenschap die we vooral ook verlangen van publieke figuren op televisie en in de politiek. Tegelijk maken we het elkaar wat dit betreft niet bepaald makkelijk. Want o wee, wie in andermans ogen een foute mening deelt of verkeerde keuzes maakt. Die belandt al snel genadeloos op het digitale schavot.

De vraag of je echt durft te zijn, is daarom eigenlijk een vraag of je vertrouwen hebt in de mensen om je heen. Durf je bij hén jezelf te zijn? Durf je dat nog in een tijd waarin mensen hun identiteit bouwen met puin van het ego dat ze zojuist gesloopt hebben? Wie kun je nog vertrouwen? Het is een vraag van alle tijden en mijn antwoord neigt de laatste tijd te vaak naar: weinigen. Hoogstwaarschijnlijk dankzij een overdosis gif dat via allerhande schermpjes mijn geest binnendringt.

Gelukkig stond ik laatst op de markt voor een kraam vol heerlijkheden. Weerloos tegen de verleiding, eindigde ik met 25 euro op de bon. Toen pinnen niet mogelijk bleek, kreeg ik het met slechts 13 euro op zak al snel benauwd. “Geen probleem mevrouw”, stelde de goedlachse marktkoopman me gerust. “Ik onthoud die 12 euro niet, maar u wel. Ik zie u vast terug.” Zijn reactie vormde het perfecte tegengif voor mijn alsmaar groeiende wantrouwen. Wat gebeurt er als je iemand vertrouwen geeft? Dan krijg je het terug! Ik nam mezelf direct voor zijn voorbeeld te volgen voor een betere wereld.

Diezelfde avond genoot ik van de lekkernijen en spaarde wat uit mijn mond voor later. De volgende dag prikte de eerste hap op mijn tong, maar niet omdat het pittig was. Daar verscheen een vals duiveltje op mijn schouder. De beste man had met zijn vertrouwen in mij niets te verliezen gehad. Wie wil er nu niet van zijn beperkt houdbare lekkernijen af op zaterdagmiddag vlak voor sluitingstijd? Dat is tenminste wat ik er van maakte. Ik heb nog een hoop te leren.