Afbeelding
Foto: aangeleverd

Tekort aan ondergoed en winterjassen op vluchtelingenschip Krimpen

Algemeen

KRIMPEN A/D IJSSEL • De vluchtelingen die verblijven op het asielschip dat ligt afgemeerd in de Sliksloothaven hebben een tekort aan voldoende schoon ondergoed en winterjassen. Dat liet burgemeester Martijn Vroom donderdagavond weten in de commissievergadering na vragen van Ricardo Barkey van Leefbaar Krimpen.

Barkey wilde weten of er vanuit de gemeenschap en gemeenteraad meer gedaan kan worden voor de mensen aan boord. “Ons hebben signalen bereikt dat het hen ontbreekt aan spullen, die je eigenlijk als vanzelfsprekend beschouwt.”

Vroom: “De rechter heeft uitgesproken dat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, ondanks dat ze voldoet aan de wettelijke eisen, niet voldoende zorgt voor de mensen die aan haar zorg zijn toevertrouwd. Daar zit dus wel een ruimte in.”

Vroom legde uit dat de vluchtelingen onder de bed-bad-brood regeling vallen, waarbij gezorgd wordt voor basale noodopvang. “De Kamer heeft die ingevoerd om mensen af te schrikken om naar Nederland te komen. Dus je mag ze niet ‘fêteren’, je mag ze wettelijk gezien niet zomaar jassen geven. Dat maakt het lastig. Waar we wel naar zouden kunnen kijken: voor de Oekraïne-opvang worden we ruimhartig gecompenseerd. Om de basisbehoefte van de mensen op het schip wat te lenigen, zouden we wat met een niet al te groot deel van dat geld kunnen doen. Ik heb de eindafrekening nog niet, maar ik kan wel zeggen dat we daar wat geld op overhouden. Maar dat vraagt wel een instemming van de raad om het te doen, want het is wel budgetrecht van Oekraïners naar asielzoekers. We moeten ook waken dat die mensen straks niet gekort worden, omdat wij ze wat geven. Dat risico lopen we ook.”

Arrèn van Tienhove (SGP) was benieuwd wat er eventueel vanuit de Krimpense samenleving nog kan worden gedaan. Vroom: “Dat uitvragen in de gemeenschap gebeurt al, maar juist winterjassen zijn tweedehands lastig te krijgen.” Mark van der Meulen (VVD): “Af en toe moeten we wel eens burgerlijk ongehoorzaam zijn om de menselijke maat toe te passen. Als we het niet officieel hier in de raadzaal doen, dan buiten de dingen om, om te zorgen dat die mensen zich fatsoenlijk kunnen kleden. Desnoods trek ik mijn eigen portemonnee om het te regelen. Dan gaan we dat niet aan de grote klok hangen, zodat ze niet gekort worden. Maar laten we vooral onze eigen fatsoensnormen toepassen en niet verzanden in allerlei formaliteiten.”

Coen Dierickx (PvdA) wil waken voor een juridische strijd: “We gaan geld gebruiken wat er niet voor bedoeld is. Als we dat allemaal te veel gaan formaliseren, dan kom je de wet en de grote organisaties tegen, terwijl het gaat om basisvoorzieningen. Laten we het niet heel groot maken. Ik ben ook benieuwd naar wat er gebeurt als we uitvraag doen in de gemeenschap. We hebben hier immers ook ondernemers die onderbroeken verkopen.” Dierickx opperde tot slot om anders met een apart voorstel naar de raad te komen. “Buiten het genoemde om. Wij hebben immers ook geld.”

Vroom zei zich nader te gaan beraden ‘op wat kan’ en hier voor de raadsvergadering van donderdag 20 oktober op terug te komen, zodat het dan verder besproken kan worden.