• Rachid Toukoki.
• Rachid Toukoki. Foto: Martijn Kuiler

‘Buurt staat nu in de meewerk-modus’

Algemeen

KRIMPEN A/D IJSSEL • Rachid Toukoki (39) is als buurtbeheerder nauw betrokken bij het wel en wee van de bewoners van het wooncomplex aan de Jozef Israëlstraat in Krimpen. “Ik ken iedereen hier bij naam”, geeft hij bij een kleine wandeling door de buurt aan. “En iedereen kent mij.” Vanaf één van de galerijen wordt Rachid intussen enthousiast gegroet door een bewoner. “Goedemorgen, hoe gaat het?”, beantwoordt hij de begroeting. Wat volgt is een uitwisseling van wat alledaagse dingen. “Leuk om zo contact te hebben met iedereen die hier woont. Al is het zomaar snel een praatje, het schept toch een band.”

De focus van Rachid als buurtbeheerder van QuaWonen lag de afgelopen drie jaar nadrukkelijk op het complex van huurwoningen aan de Jozef Israëlstraat in de wijk Kortland. “Het zag er hier allemaal wat smoezelig uit: troep in de portieken, een hoop onkruid en bij veel woningen zaten de gordijnen dag en nacht dicht. Ik kreeg er een apart onderbuikgevoel bij. Iets van: wat leeft hier allemaal? Direct rees bij mij ook de vraag wat we hier konden doen om in deze buurt het verschil te maken. Besloten werd om in te zetten op een gerichte interventie.”

In 2019 stelde woningcorporatie QuaWonen als onderdeel van haar Wijkplannen het Thuismakers Collectief aan om in gesprek te gaan met bewoners van het huurcomplex aan de Jozef Israëlstraat. Deze onafhankelijke partij legt zich toe op het onderzoeken en bevorderen van ‘thuisgevoel’.

Klets-caravan
Rachid: “Om te peilen waar bewoners behoefte aan hebben om zich thuis te voelen in de buurt, werd een zogenoemde klets-caravan opgesteld op het pleintje tussen de gebouwen met galerijwoningen. Tijdens de gesprekken in deze caravan zijn er verschillende ideeën opgedaan, maar er zijn ook zeker direct zaken ten uitvoer gebracht. Zo zijn de galerijen schoon gespoten en is het groen rondom de woningen aangepakt. Dit heeft het aanzicht van het complex zeker verbeterd. Tegelijk is er een goed beeld ontstaan van wie hier nu eigenlijk woont. Speciale aandacht is er voor de zelfredzaamheid van kwetsbare bewoners. Daarbij werken we samen met andere organisaties als de gemeente en zorginstellingen.”

Rachid is sinds 2018 werkzaam bij QuaWonen. “Ik ben begonnen als complexbeheerder in de Vijverflat hier in Krimpen. Datzelfde jaar nog ben ik overgestapt naar de functie van buurtbeheerder voor heel Krimpen. Inmiddels is er versterking bijgekomen voor het team Buurtbeheer, om heel Krimpen te kunnen bedienen.”

Blauwdruk
Hij ziet het project aan de Jozef Israëlstraat zeker als een ‘blauwdruk’ voor andere buurten in Krimpen aan den IJssel. “Al is elke wijk of buurt anders. Dat vraagt om een specifieke aanpak om dicht bij de bewoners te kunnen staan. Zo weten we snel wat er speelt in een wijk of buurt en zien we problemen gelijk, als die er zijn. Kunst is om bewoners in de meewerk-modus te krijgen, zodat ze zich verantwoordelijk gaan voelen voor de uitstraling van de buurt en ze actief worden én blijven om bijvoorbeeld hun tuin en ander buurtgroen netjes te houden. Dit onder het mom van: ‘voor een schone woonomgeving zorgen we samen’. Aan de Jozef Israëlstraat is dat aardig gelukt. Kijk er zijn er altijd die niet meedoen, maar het merendeel is zeker positief. Een collega is nu bezig aan de Lavendel. Hier heeft een straatartiest samen met buurtbewoners een muurschildering gemaakt op de zijkant van een woning. Het gewenste effect daar is een buurt waar mensen weer begrip voor elkaar krijgen. Op het moment dat er iets tussen bewoners speelt, is het mooi als ze met elkaar daarover in gesprek gaan.”

Rachid zal binnenkort het stokje aan de Jozef Israëlstraat overdragen aan een collega. “Als afsluiting is het nog de bedoeling om een barbecue te houden voor de hele wijk”, geeft hij aan. “Dus ook voor de bewoners van de koopwoningen hier verderop. Daarmee ronden we dit project af en verwachten we dat bewoners hun verantwoordelijk nemen om de leefbaarheid op peil te houden. Dat ze zich nadrukkelijk betrokken voelen bij het complex.”

Martijn Kuiler