Algerabrug minder vaak open voor scheepvaart
AlgemeenKRIMPEN A/D IJSSEL • De Algerabrug tussen Krimpen en Capelle gaat bij harde wind niet meer open voor de scheepvaart. De windbeperking is nodig om de brug veilig te blijven gebruiken, stelt Rijkswaterstaat.
De oeververbinding over de Hollandsche IJssel bestaat uit een vast deel en een beweegbare basculebrug. Uit onderzoek blijkt dat het verouderde bewegingswerk van de basculebrug wordt overbelast en aan renovatie toe is.
Jaarlijks draait de uit 1958 stammende brug zo’n 1800 keer. Door de maximale windkracht voor het openen van de brug te verlagen van windkracht 6 naar windkracht 5, gaat het beweegbare weggedeelte naar verwachting circa negentig keer per jaar minder open. Dit zal de doorstroming van verkeer op de N210 tussen de Rotterdamse regio en de Krimpenerwaard ten goede komen.
Voor de scheepvaart heeft het wel beperkingen. Voor schippers kan het oponthoud oplopen van een uur tot een dag. Dit is afhankelijk van de hoogte van de mast, hoe lang het boven windkracht 6 waait en van het soort schip: containerschip, zeilschip of bijzonder transport. Hoge scheepvaart kan omvaren via de Noordzee. Kleinere schepen kunnen ook omvaren via de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal. Beide omvaarroutes kosten zo’n 24 uur extra.
Voor een betere doorstroming van zowel de pleziervaart als het wegverkeer heeft Rijkswaterstaat wel al een gelijktijdige doorvaart ingevoerd. Plezierboten kunnen van twee kanten door de sluiskolk onder de brug doorvaren.